7 jours 01 Flashcards
boek(deel)
tome m
(doen) verdrinken
noyer
(eet)waar
denrée f
(het) inkuilen
ensilage m
(het) parkeren
stationnement m
(in bezit) houden
détenir
(ken)merken
marquer
(op)eisen
revendiquer
(op)hangen
pendre
(op)vangen
saisir
(terug)vorderen
réclamer
(ver)lokken
appâter
(ver)ordening
ordonnance f
(zelf)vertrouwen
confiance f
(zit)bank
banc m
aandacht (2)
audience f préoccupation f
aandoen
relâcher
aangesprokene
interlocuteur m
aangrijpend
poignant
aanmeren
accoster
aanpassen
ajuster
aanstelling
investiture f
aanstrepen
marquer
abdij
abbaye f
abnormaal
anormal
achtervolgen
traquer
afbreken
rompre
afdaling, aanval
descente f
afgrond
gouffre m
aflevering
livraison f
aflossen
relayer
aflossen, vergoeden, terug betalen
rembourser
aftiteling
générique m
aftocht, vlucht
déroute f
aftroggelen
escroquer
afzonderen
cloîtrer
agressief
belliqueux
ambachtelijk
artisanal
amnestie
amnistie f
antwoord, protest
réplique f
artikel, clausule
clause f
asbak(je)
cendrier m
autoriteit
instance f
baken, boei
balise f
balans, overzicht
bilan m
ballast
lest m
(af)sluiten, omheinen (2)
clore, clôturer
(kroon)pretendent
prétendant m
(medisch) drankje
breuvage m
(medisch) onderzoeken
ausculter
aanduiden, bestemmen
désigner
aangeven, aanklagen
dénoncer
aanhangig maken
saisir
aanspraak maken op
revendiquer
aanspreken, sommeren
interpeller
aanwakkeren, stoken
fomenter
achterhaald, oudbakken
ringard
advertentie, publiciteit
réclame f