7. De hypofyse en de schildklier Flashcards

1
Q

Wat produceert de hypofyse

A

Groeihormoon, en hormonen die de werking van andere hormoonklieren beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat stimuleert het groeihormoon?

A

De groei van de beenderen van het skelet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat stimuleert een hormoon uit de hypofyse?

A

Stimuleert de productie van schildklierhormoon door de schildklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat beïnvloeden de hormonen uit de hypofyse

A

Ze beinvloeden de eierstokken en teelballen zodat geslachtshormonen en geslachtscellen worden geproduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat produceert de schilklier?

A

Schildklierhormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat beïnvloed het schildklierhormoon

A

De stofwisseling. Het stimuleert de verbranding in cellen en de groei en ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar ligt de hypofyse

A

Tegen de onderzijde van de hersenen tussen de beide hersenhelften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er als de hypofyse veel groeihormoon aan maakt in de puberteit of juist heel weinig.

A

Heel veel zorgt voor reuzengroei

Heel weinig zorgt voor dwerggroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar ligt de schildklier

A

Ligt in de hals, voor het strottenhoofd, tegen de luchtpijp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat als de schildklier te weinig of teveel schildklierhormoon produceert

A

Te weinig verbranding: gauw koud en snel moe

Te veel verbranding: rusteloos en vermageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly