7/ Flashcards
كَبِيرٌ
groot
صَغِيرٌ
klein
قَرِيبٌ *مِن
dichtbij
بَعِيدٌ *عن
ver
شَدِيدٌ - أَشِدَّاءُ
intens
جَمِيلٌ
mooi
كَثِيرٌ
veel
قَلِيلٌ
weinig/beetje
أَلِيمٌ
pijnlijk
مُبِينٌ
duidelijk
كَرِيمٌ - كُرَماءُ
nobel/vrijgevig
طَيِّبٌ
puur/goed
عَزِيزٌ
machtig/gerespecteerd
جَدِيدٌ
nieuw
قَدِيمٌ
oud
عَظِيمٌ
groots
حَكِيمٌ
wijs
ضَعِيفٌ - ضُعَفَاءُ
zwak
قَوِيٌّ - أَقْوِيَاءُ
sterk
رَحِيمٌ - رُحَمَاءُ
genadevol
هَذا
dat -enkelvoud, dichtbij, mannelijk-
هَؤُلاءِ
zij -meervoud, dichtbij, mannelijk-
ذَالِكَ
dat -enkelvoud, verweg, mannelijk-
أُوْلاىِكَ
zij -meervoud, verweg, mannelijk-
هَذِهِ
dat -enkelvoud, dichtbij, vrouwelijk-
هَؤُلاءِ
zij -meervoud, dichtbij, vrouwelijk-
تِلْكَ
dat -enkelvoud, verweg, vrouwelijk-
أُوْلاىِكَ
zij -meervoud, verweg, vrouwelijk-
شَفَةٌ
lip
قَدَمٌ
voet
ساقٌ
kin
كَعْبٌ
enkel
أُذُنٌ
oor
رِجْلٌ
been
خَدٌّ
wang
عَقِبٌ
hiel
يَدٌ
hand
عَيْنٌ
oog
مِرْفَقٌ
elleboog
مَنْكِبٌ
schouder