6.2 Flashcards
1
Q
Westblok
A
De VS en de landen in West en Zuid Europa tijdens de koude oorlog
2
Q
 oostblok
A
Communistische landen onder leiding van de Sovjet unie tijdens de koude oorlog
3
Q
IJzeren gordijn
A
Ondoordringbare grens tussen het Oostblok en het Westblok tijdens de koude oorlog
4
Q
Berlijnse muur
A
Muur om West-Berlijn tijdens de koude oorlog
5
Q
Vrijemarkteconomie
A
Als bedrijven zelf kunnen bepalen wat ze produceren
6
Q
 communistisch
A
Politiek systeem met een dictatuur van een politieke partij
7
Q
Planeconomie
A
De overheid geeft opdrachten aan bedrijven over wat ze moeten maken
8
Q
 wapenwedloop
A
Een soort wedstrijd wie de meeste wapens heeft om macht te tonen
9
Q
Koude oorlog
A
Periode van tegenstellingen tussen Oostblok en westblok 1945-1989
