6.1, 6.2 And 6.3 Flashcards

1
Q

Wat is een geleider?

A

Is een stof waar elektrische stroom gemakkelijk doorheen gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorbeelden van geleider:

A

-metalen (bijv. ijzer, aluminium, koper, goud, zilver)
-brons
-drinkwater
-koolstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een isolator?

A

Is een stof waar een elektrische stroom niet of heel moeilijk doorheen gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorbeelden van isolator:

A

-plastic
-glas
-hout
-lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een stroomsterkte?

A

De groote van de elektrische stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel (A) amperes is een telefoon ongeveer

A

1A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Heeft een lamp minder A dan een telefoon?

A

Ja!
Lamp=0,001 A
Telefoon=1 A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is gelijk aan 1mA?

A

0,001 A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gaan lamp/apparaat allemaal uit tegelijk bij parallelschakeling?

A

Nee, Elke lamp/apparaat kan je apart aan of uit zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gaan lamp/apparaat allemaal uit tegelijk bij serieschakeling?

A

Nee, Die is overal gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verdeeld de spanning bij serieschakeling?

A

Ja, Spanning verdeeld zich over twee lampjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verdeeld de spanning bij parallelschakeling?

A

Nee, De spanning is overal gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verdeelde stroomsterkte bij serieschakeling?

A

Nee, die is overal gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verdeelde stroomsterkte bij parallelschakeling?

A

Ja, Verdeeld zich over de lampjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is batterij serie geschakeld en hoe reken je die uit?

A

De totale spanning is de spanning van elke opgeteld
Dus U1+U2+U3=….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is batterij parallel geschakeld en hoe reken je die uit?

A

De totale spanning is gelijk aan de spanning van een batterij
Dus U1=U2=U3, blijft eigenlijk gwn hetzelfde

17
Q

Wat staat I voor?

A

Stroomsterkte

18
Q

Wat staat U voor?

A

Spanning

19
Q

Wat staat V voor?

A

Volt

20
Q

Welke twee aansluitingspunten zijn er

A

+ (plus)pool
- (min)pool

21
Q

Wat geeft spanning aan?

A

Hoeveel energie de spanningsbron kan leveren

22
Q

Wat kan er gebeuren bij te weinig spanning?

A

Apparaat werkt niet goed

23
Q

Wat kan er gebeuren bij teveel spanning?

A

Apparaat gaat kapot

24
Q

Welke twee bussen zijn er?

A

-Zwarte snoer in zwarte bus Com
-Rode snoer in rode bus

25
Q

Voorbeelden van spanning?

A

Een telefoon, een stopcontact, een ventilator

26
Q

Hoe kan je de hoeveelheid stroom meten?

A

Met een stroommeter die meet de stroomsterkte (grootheid)

27
Q

Wat noem je een stroommeter ook wel?

A

Een ampèremeter, omdat eenheid van stroomsterkte ampere is

28
Q

Hoe sluit je een ampere meter aan?

A

Door die in de stroomkring te plaatsen