5.3 Flashcards

1
Q

Beeldafstand

A

Afstand tussen beeld en lens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beeldpunt

A

Plaats waar de constructie stralen elkaar snijden na de lens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Brandglas

A

Positieve lens waarmee je zonlicht in een punt kunt concentreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Brandpunt

A

Lichtstralen (evenwijdig aan de hoofdas) die door een bolle lens vallen en die na de lens samen komen in het brandpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Brandpuntafstand

A

Afstand tussen het midden van de lens en het brandpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Constructie stralen

A

Twee lichtstralen die nodig zijn om een beeld van een voorwerp te construeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Construeren

A

Bepalen met een tekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Convergente lichtbundel

A

Groep lichtstralen die naar een punt gaan andere naam voor convergerende lichtbundel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Divergente lichtbundel

A

Groep lichtstralen die uit elkaar lopen andere naam voor divergerende lichtbundel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Evenwijdige lichtbundel

A

Groep lichtstralen op gelijke afstand van elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoofdas

A

Lijn die door het midden van een lens gaat en die loodrecht op de lens staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lens

A

Schrijf je van doorzicht glas of kunststof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Licht breken

A

Licht van richting doen veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Negatieve lens

A

Een negatieve (of holle) lens is in het midden dunner dan aan de rand . Een holle lens heeft een divergerende werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Positieve lens

A

Een positieve (of bolle) Lens is in het midden dikker dan aan de rand een bolle lens heeft een convergerende werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Reëel beeld

A

Beeld dat je kunt afbeeldingen op een scherm

17
Q

Voorwerp afstand

A

Afstand tussen voorwerp en lens