5.3 Flashcards

1
Q

Wat is oxiden

A

Verbindingen met zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er als je water verbrand

A

Ontstaat er diwaterstofoxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn koolwaterstoffen

A

Brandstoffen, zoals aardgas, benzine, kaarsvet bestaan uit atomen van koolstof en waterstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarneer spreek je van een volledige verbranding

A

Als koolwaterstof met genoeg zuurstof reageert, ontstaan altijd koolstofdioxide en water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar toon je water mee aan

A

Witkopersulfaat of custardpoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor is kalkwater een reagens voor

A

Koolstofdioxide, het word dan troebel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe maak je een reactievergelijking voor volledige verbranding

A

….. (brandstof) + zuurstof -> koolstofdioxide + waterdamp

…. + O2 -> CO2 + H2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke kleuren word her water als je water aantoont

A

Witkopersulfaat: blauw
Custardpoeder: geel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe toon je koolstofdioxide aan

A

Met helder kalkwater

Word dan troebel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe weet je of het een koolwaterstof is

A

Als er koolstofdioxide en water ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly