5.2 periodieke functies Flashcards

1
Q

wat stelt m voor?

A

de minimale hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat stelt M voor?

A

de maximale hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe bereken je de evenwichtslijn van een grafiek?

A

y = (m x M) / 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

amplitude van een functie

A

de maximale uitwijking van de grafiek ten opzichte van de evenwichtslijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

notatie amplitude

A

a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly