5000 woorden Flashcards
learn difficult or unknown words
turn, cast
Wenden
etc.
ehz.
intese, fierce
fel(woest, heftig)
resistance, opposition
verzet (weerstand, tegenstand)
grant, give
verlenen (inwillen, schenken, toekennen, toestaan)
principle, element
beginsel
to replace, substitute
vervangen
doubtless
ongetwijfeld
mutter, mrmlat
mompelen
to indicatem to state
aangeven, vermelden, verklaren
need, require
behoeven, gebrek hebben, vereisen
private person
particulier
now, at present
thans, nu, tegenwoordig
adopt, assume
aannemen
indeed
weliswaar
small, low, little
gering
vague
vaag
as well
evenals
involve, asi
betrekken
region
streek
key lock, conclusion
slot
somewhat, some
enigszins (iets, een beetje, heel wat, nogal,
take, keep
gehouden
army
leger
leader
leider
there
erbij
usually, ordinarily
gewoonlijk
obviously, apparently
kennelijk
obvious-meer
voor de hand liggen, vanzelfsprekend, evident, opvallend
part
onderdeel
belly
buik
als, zoals, inasmuch, seeing / PRETOZE
aangezien (als, want, waneer, toen, sinds)
ani, nor neither
evenmin
beforehand, in advance, previously, ahead of time
tevoren
substantial, brave, solid
flink
vydierat
dreigen, bedreigen
to crawl, plazit sa
kruipen
awarness, consciousness
bewust zijn, besef, bezinning, bewustheid
at the same moment
tegerlijktijd
spatially
ruimtelijk
suspect, presumption
vermoeden
plukovnik
kolonel
battle, stroke, impact
slag, geweld, strijd
moon
maan
anger, rage, fury
woende
cisty
zuiver, puur, rein, schoon, eerbaar, helder, kuis
constantly
voortdurend
up, upright
overheid, opwaarts
to stop
ophouden, stoppen, oponthouden-delay
respect, regard
AANZIEN podstatne meno
1) hoe iemand beoordeeld wordt
in hoog aanzien staan (veel waardering of respect ondervinden)
vazeny
2) hoe iets er uitziet
Voorbeeld: Dat gebouw krijgt een nieuw aanzien.
Synoniem: uiterlijk
vzhlad
3) ten aanzien van (met betrekking tot) Ten aanzien van de vorderingen(propers, claim, demand), kan ik u zeggen dat die goed zijn.
werkwoord, sloveso:
1) kijken naar
Voorbeeld: een bloederig tafereel niet kunnen aanzien
het is iemand aan te zien dat (je kunt aan iemand zien dat) Het is haar aan te zien dat ze ernstig ziek geweest is.
2) het nog even aanzien (nog even wachten voor je een beslissing neemt)
3) naar het zich laat aanzien (waarschijnlijk) `Naar het zich laat aanzien komt ze morgen.
company, society
gezelschap
to commit
plegen, toevertrouwen
responsibility, liability
verantwoordelijkheid
possession, property, having
bezit, landgoed, eigendom
take place
plaatsvinden gebeuren
action, acting
handeling
turn, cast
wenden
etc.
enz.
elevator
lift
intense, fierce
fel
resistance
verzet
return, go back, revert
terugkeren
grant, give, withdrawn
verlenen, toekennen, schenken, gunnen, toestaan
principle, element
beginsel
series, set
reeks
suppose
veronderstellen (allow - toestaan, toelaten, gunnen, veroorloven, erkennen)
tight
strak
handeling, manage / behandelen
hanteren
perceive, observe
waarnemen
look
uitzien (kijken, zien, uitzien, lijken, zorgen, er uitzien)
about, concerning
omtrent (over, ongeveer, om, omstreeks, omtrent, rondom)
disinguish
onderscheiden
loud, loudly
luid
deed, act, action
daad (handeling, wet, daad, bedrijf, acte, proefschrift
deed
daad, handeling, acte, document, bedrijf)
narrow, tight
nauw
exposed
bloot
regret
spijten
however
evenwel
gradually, niet plotseling
geleidelijk
langzaam steeds meer
Voorbeeld: Geleidelijk aan is hij grijs geworden.
Synoniemen: langzamerhand, beetje bij beetje
sigh, groan
zuchten
considerably, considerable
aanzienlijk
remarkable, curious
merkwaardig (opmerkelijk, merkwaardig, opmerkenswaardig, merkelijk)
mainly
voornamelijk (vooral, hoofdzakelijk)
exceptional
uitzonderlijk
separate, separatly
afzonderlijk
on the other hand
daarentegen
as, in proportion as
naarmate
point of view
standpunt
distance
verte (afstand, verte, eind, einde, verschiet)
object
voorwerp
to gain, obtain
verkrijgen
size, scoop
omvang (grootte, maat, formaat, omvang, afmeting, kaliber)
tendency
neiging
favorable
gunstig
swing, sway
zwaaien
cool, cold
koel
lot, fate, destiny
lot (lot, hoop, partij, perceel, kavel, boel
fate
lot, noodlot, bestemming, lotsbestemming)
regulation
regeling
to fall, decline
dalen (zvallen, dalen, afnemen, afvallen, storten, neervallen)
goal, purpose
doelstelling
aside, end view
opzij