5 gebieden van cultuur dichterbij Flashcards
Taal (axioma)
mensen communiceren zowel analoog als digitaal
ordening (axioma)
elke interpunctie is arbitrair
personen (axioma)
elke boodschap bevat een inhouds- en betrekkingsniveau
organisatie (axioma)
geen axioma
inzet (axioma)
men kan niet niet-communiceren
taal
er is voldoende gemeenschappelijke taal nodig = gedeelde betekenissen
verbale taal = afgesproken, controleerbare taal
non-verbale taal = alle niet uitgesproken communicatie
ordening
= de dingen sorteren en een plaats geven. Het referentie kader speelt een belangrijke rol, niet vanuit je eigen wa&no vertrekken. Er zijn collectieve verschillen in de ordening en subjectieve. COL= verschillende manieren waarop vooral etnische en nationale groepen de werkelijkheid waarnemen, interpreteren en ordenen. Subjectieve verschillen = individuen hebben nooit dezelfde kijk en betekenisgeving. Er moet herkadert worden.
personen
betrekkingsaspect (hoe ervaren we de onderlinge relatie?) Relationele boodschappen (op betrekkingsniv) die gesprekspartners met elkaar uitwisselen worden "interpersoonlijke perspectieven" genoemd. Dit beinvloed personen, het zelfbeeld, het beeld dat de ander heeft of het beelddat de persoon denkt dat de andere heeft
organisatie
= regels, posities, structuren, procedures en protocollen
microniveau: interpersoonlijk, setting, ruimte,…
mesoniv: regels en procedures van de organisatie, beleid van de organisatie
macroniv: wet-en regelgeving in het land, gevoerd rond minderheden,…
inzet
= motieven, beweegrednen, bedoeling van gedrag.
binnenkant vs buitenkant is soms iets heel anders
(ordening) 3 manieren om met verschillen om te gaan
de ander erkennen
de ander vragen afstand te doen van het handelingsrecht
ieders verschil start vanuit iets gemeenschappelijks