4e examen 1 Flashcards
Klimaatverandering
Klimaatverandering: Veranderingen in het klimaat op lange termijn, veroorzaakt door menselijke activiteiten en natuurlijke processen.
Broeikaseffect
Broeikaseffect: Het natuurlijke proces waarbij bepaalde gassen in de atmosfeer warmte vasthouden en de temperatuur op aarde reguleren.
Opwarming van de aarde
Opwarming van de aarde: De stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde als gevolg van het versterkte broeikaseffect.
Extreem weer
Extreem weer: Ongebruikelijke en intense weersomstandigheden, zoals hittegolven, overstromingen, droogtes en stormen, die vaker voorkomen als gevolg van klimaatverandering.
Adaptatie
Adaptatie: Aanpassingen maken om de negatieve gevolgen van klimaatverandering te verminderen en om te gaan met de veranderingen die al plaatsvinden.
Mitigatie
Mitigatie: Maatregelen nemen om de oorzaak van klimaatverandering te verminderen, zoals het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen.
Duurzaamheid
Duurzaamheid: Het streven naar het behoud van natuurlijke hulpbronnen en het minimaliseren van schadelijke effecten op het milieu om de toekomstige generaties te beschermen.
Klimaatvluchtelingen
Klimaatvluchtelingen: Mensen die gedwongen worden hun huis te verlaten als gevolg van de gevolgen van klimaatverandering, zoals stijgende zeespiegels of extreme droogte.
Zeespiegelstijging
Zeespiegelstijging: De toename van de gemiddelde hoogte van de zeespiegel als gevolg van het smelten van ijskappen en uitzetting van opwarmend zeewater.
Duurzame energie
Duurzame energie: Hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne-energie, windenergie en waterkracht, die minder schadelijk zijn voor het milieu en helpen bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen.
Watercyclus
Watercyclus: Het continue proces waarbij water verdampt, condenseert, neerslaat en weer terugkeert naar de oceanen, rivieren en meren.
Waterschaarste
Waterschaarste: Een situatie waarin er onvoldoende waterbronnen zijn om aan de behoeften van een bepaald gebied of bevolking te voldoen.
Waterverontreiniging
Waterverontreiniging: De introductie van schadelijke stoffen, zoals chemicaliën, afvalstoffen of micro-organismen, in waterbronnen, waardoor de waterkwaliteit wordt aangetast.
Grondwater
Grondwater: Water dat zich onder het aardoppervlak bevindt, in de poriën en scheuren van gesteente en bodem.
Irrigatie
Irrigatie: Het kunstmatig aanvoeren van water naar landbouwgebieden om gewassen te laten groeien.