4.3 Versnelling Flashcards
Wat gebeurt er als je stopt met trappen tijdens het fietsen?
Dan rolt je fiets eerst nog een stukje verder. Door de tegenwerkende wrijvingskrachten neemt de snelheid langzaam af.
Waar is er helemaal geen kracht voor nodig?
Voor een constante snelheid. Als je niet meer trapt, stopt je fiets uiteindelijk door de tegenwerkende wrijvingskrachten. Bij fietsen met een constante snelheid trap je alleen om de wrijvingskrachten op te heffen. De voorwaartse kracht die je dan maakt is even groot als de totale wrijvingskracht.
Waar is er wel kracht voor nodig?
Voor versnellen en vertragen. Hoe meer je wilt versnellen of vertragen, hoe groter de kracht moet zijn.
Wat is de NETTOKRACHT?
Als er twee of meer krachten in dezelfde richting op hetzelfde voorwerp werken, kun je de krachten bij elkaar optellen. De som van die krachten noem je de NETTOKRACHT.
Waar is de nettokracht gelijk aan als er twee krachten in tegengestelde richting op hetzelfde voorwerp werken?
Dan is de nettokracht gelijk aan het verschil van die twee krachten. Krachten op een voorwerp kun je dus optellen of aftrekken als ze langs dezelfde lijn werken.
Wat is de nettokracht als twee tegenwerkende krachten even groot zijn?
Nul. Je noemt dat een EVENWICHT VAN KRACHTEN. Bij een voorwerp dat stilstaat, is er evenwicht van krachten, anders zou het voorwerp in beweging komen.
Wanneer moet de nettokracht nog meer nul zijn?
Bij een beweging met constante snelheid, anders zou het voorwerp versnellen of vertragen. De voorwaartse kracht moet dan even groot zijn als de tegenwerkende krachten.
Wat zal een voorwerp gaan doen als er wel een nettokracht op zou werken?
Dan zal het voorwerp gaan VERSNELLEN OF VERTRAGEN.
Hoe noem je het veranderen van de snelheid?
Dat noem je een VERSNELLING. Bij een sterke toename (of afname) van de snelheid in een korte tijd is de versnelling groot.
Wanneer is de versnelling constant?
Als de snelheid gelijkmatig toeneemt. In het snelheid-tijd-diagram is de grafiek dan een rechte lijn. Hoe steiler de grafiek, hoe groter de versnelling.
Waar zorgt een constante nettokracht voor?
Voor een constante versnelling.
Wat is een voorbeeld van een constante kracht?
De zwaartekracht. Als een voorwerp valt, neemt de snelheid gelijkmatig toe.
Wat is er meestal naast de zwaartekracht nog meer?
Een tegenwerkende kracht: de luchtweerstand. Zonder luchtweerstand, met alleen zwaartekracht, zou elk vallend voorwerp steeds sneller vallen. De zwaartekracht blijft werken en dus zou het voorwerp blijven versnellen.
Wat moet je doen om zware voorwerpen te laten vallen?
Dan moet je de wrijvingskracht vergoten.
Waar hangt het vanaf hoe gemakkelijk een voorwerp versnelt?
Dat hangt van de massa af. Bij een zwaarder voorwerp is een grotere kracht nodig voor dezelfde versnelling. De benodigde kracht is dus evenredig met de massa.