4.1 Waarom verzeker je dat? Flashcards

1
Q

Welke vraag stel je jezelf als je je afvraagt of je iets wil verzekeren?

A

Je vraagt je af welk risico je loopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je kunt je alleen verzekeren voor een onzeker voorval.

Wat is een onzeker onval?

A

Dat is iets waarvan je niet weet wanneer en of dat ooit zal gebeuren, zoals een ongeluk of diefstal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Premie

A

Om verzekerd te zijn betaal aan je verzekeraar een premie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt er allemaal betaald van jou betaalde premie

A

De verzekeraar vergoedt de schade.
Daarnaast betaal je met je premie mee aan de bedrijfskosten van de verzekeraar, kosten personeel, gebouw, reclame etc.
De verzekeraar moet ook een reserve opbouwen voor het geval ineens heel veel mensen schade hebben.
Ook willen verzekeraars winst behalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is peer-to-peer

A

Als je met een groep mensen samen je verzekering regelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verzekeringskosten

A

Premie + Premiekosten + Assurantiebelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent assurantie

A

Assurantie is een ander woord voor verzekering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent het als je een verzekering met ‘eigen risico’ hebt?

A

Het deel van de schade dat je zelf moet betalen en dus niet vergoedt wordt door de verzekeraar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly