4.1 hechting Flashcards

1
Q

Wat is altriciaal?

A

Menselijke kinderen komen hulpeloos ter wereld en moeten veel zorg krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een werkmodel van de hechtingstheory?

A

Kinderen ontwikkelen een werkmodel met cognitieve en affectieve componenten. Een veilige omgeving zorgt voor een werkmodel dat andere vertrouwd kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een secure attachement en welk type is het?

A

Type B, huilt als de moeder weg gaat, en zoekt aandacht bij terugkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een onveilige vermijdende hechting en welk type is het?

A

Type A, weinig aandacht als de moeder weg gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een onveilig ambivalente hechting, en welk type is het?

A

type C Kinderen blijven dicht bij de moeder, angst als ze weg gaat en niet makkelijk te troosten als ze weg gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de strange situation test, mary ainsworth?

A

Een test waarin de moeder de ruimte verlaat met een vreemde in de ruimte om te kijken hoe het kind reageerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de evolutionaire adaptieve verklaring van de onveilige hechtingsstylen?

A

Hechtingsstijlen geven een kind informatie over de mate van risico in hun omgeving. Hoe het kind toekomstige situaties inschat. De hoge stress uit het gezin zorgt dat het kind een gezin met weinig stress probeert te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe is een veilige hechting toe te passen op de life history theory in termen van ontogenetische, proximaat en ultimaat?

A

Ontogenetische, opgroeien in een stabiele omgeving en krijgt veel aandacht
Proximaat, individu gaat intieme relaties aan en vertrouwd de ander
Ultimaat. Een F (future) strategie, hoge inverstering in weinig kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe is een onveilig vermijdende hechting toe te passen op de life history theory in termen van ontogenetische, proximaat en ultimaat?

A

Ontogentische, opgroeien instabiele en geen aandacht van de moeder
Proximaat, individu heeft weinig vertrouwen in sirieuze relaties, promisquiteit
Ultimaat, C strategie, veel nageslacht en weinig in inversteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is onveilig ambivalent toe te passen op de life history theory in termen van ontogenetische, proximaat en ultimaat?

A

Ontogenetische, instabiele omgeving en krijgt het kind tegenstrijdige aandacht
Proximaat, angst om de ander te verliezen
Ultimaat, nulstrategie geen kinderen willen, maar zorgen voor familie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom kan de life theory van belsky niet worden toegepast op een fylogenetische verklaring?

A

Hiervoor moet je de verschillende reproductieve strategien erbij halen. De C-F strategie is een verschil binnen een individu en die kun je niet zomaar toepassen door 2 dieren met elkaar te vergelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke manier zou de life history op hechtingsstijlen wel op een fylogenetische verklaring kunnen worden onderzocht?

A

Dan moet er binnen een soort, zoals kikkers, worden gekeken naar verschillende hechtingsstijlen die zich daar bevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly