4.1 en 4.2 Flashcards

1
Q

Wie maakte van Rome (een klein dorp) een stadstaat?

A

De Etrusken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was de politiek bij de Romeinen?

A

Replubliek later keizerrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was de Grieks-Romeinse cultuur?

A

Klassieke cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarmee hielp de rechte wegen?

A

Het leger snel reizen en berichten versturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Pax Romana?

A

Romeinse vrede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mocht het volk hun eigen cultuur behouden?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Door wat werd Rome bestuurd?

A

Koningen en Senaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bestond de Senaat uit arme families?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn Plebejers?

A

Mensen met een baan maar niet rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat werd Rome na 500 voor christus?

A

Een replubliek (2 consuls en senaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat waren Proletariërs?

A

Armen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Woonden Plebs en Proletariërs samen in een flat?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat deden ze om het volk tevreden te houden?

A

Ze gaven gratis graan en ontspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat waren gladiatoren meestal?

A

Slaven en/of misdadigers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door wie werd Julius Caesar vermoord?

A

Door de senatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent Caesar?

17
Q

Wat is de echte naam van Augustus?

A

Octavianus

18
Q

Werd de keizerschap officeel erfelijk?

19
Q

Wat was de Romeinse tactiek?

A

Verdeel en heers

20
Q

Wat was de Romeinse leger?

A

Goed getraind en strak georganiseerd

21
Q

Hoeveel oorlogen hadden Rome en Carthago?

22
Q

Waar hielden ze de spelen?

A

In het amfitheater

23
Q

Hoelang moest je overleven als gladiator om vrijheid te krijgen?

24
Q

Waarom zit Cupido naast het standbeeld van Augustus?

A

Om te laten zien dat Augustus afstamde van de goden

25
Hoelang regeerde Augustus?
Al meer dan 40 jaar
26
Hoelang kreeg een dictator de macht?
6 maanden
27
Hoelang was Caesar een dictator?
10 jaar
28
Wanneer werd Caesar vermoord?
Toen hij onderweg was naar een vergadering