4.1 Flashcards
Ambachtsman
vakman die met zijn handen producten maakt, zoals een timmerman of een ijzersmid
Bank
bedrijf dat geld bewaart, wisselt en uitleent
Drieslagstelsel
landbouwsysteem waarbij een stuk grond in drie velden wordt verdeeld, waarvan er twee bebouwd worden en één braak ligt.
Geldwisselaar
Iemand die verschillende soorten munten weegt en wisselt
Gezel
Leerling van een gildemeester
Gilde
vereniging van mensen met hetzelfde beroep.
Gildehuis
groot huis waar de gilden hun vergaderingen en feesten hielden (verenigingshuis).
Gildemeester
Vakman die lid is van een gilde
Hanze
bondgenootschap van steden in Noord-Europa die handel met elkaar dreven.
Jaarmarkt
grote markt in belangrijke middeleeuwse handelssteden, die wel een paar weken kon duren.
Meesterproef
werkstuk waarmee een gezel laat zien dat hij een vak goed beheerst, met het doel gildemeester te worden
Papiergeld
bewijspapieren waarop iemands naam niet (meer) stond. Papiergeld kon bij de bank ingeleverd worden voor muntgeld of goud
Pest
meestal dodelijke ziekte waarbij men bulten kreeg en onderhuidse zwarte vlekken. Binnen vijf dagen overleden de meeste pestlijders
Ploeg
landbouwwerktuig dat de grond met scherpe messen omkeert, zodat er daarna zaden in de grond gestopt of gestrooid kunnen worden.
Waterbeheer
omgaan met water door bijvoorbeeld moerassen droog te leggen of dijken te bouwen. In de tijd van steden en staten leverde waterbeheer extra landbouwgrond op.