4.1 Flashcards

Patronen: welvaart en welzijn

1
Q

analfabetisme

A

het niet kunnen lezen en schrijven. Betreft meestal de leeftijdsgroep van vijftien jaar en ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beroepsbevolking (samenstelling van)

A

dat deel van de bevolking dat tegen betaling een beroep uitoefent plus de werklozen. De beroepsbevolking wordt ingedeeld in de primaire, secundaire en tertiaire sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

BRICS-landen

A

Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika. Een groep grote landen die in de periode 200-2015 een snelle economische groei doormaakt. India en China na 2015 groei van bbp houdt aan, en politieke invloed van China groeit op wereldnivea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BRICSMIT-landen

A

BRICS-landen plus Mexico, Indonesië en Turkije

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bruto binnenlands product per capita (bbp/capita)

A

de toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die door binnen en buitenlandse ondernemingen in een land in een jaar worden geproduceerd, gedeeld door het aantal inwoners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bruto regionaal product per capita (brp/capita)

A

de toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die in een regio in een jaar worden geproduceerd gedeeld door het aantal inwoners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

inkomen

A

het gemiddelde jaarinkomen van de inwoners van een land of gebied. Doorgaans uitgedrukt in het bruto binnenlands product of bruto regionaal product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

internationale arbeidsverdeling

A

de specialisatie van werkgelegenheid in de verschillende delen van de wereld. Door de globalisering verandert deze verdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

koopkracht

A

de hoeveelheid goederen of diensten die je in een land voor dollar kunt kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

levensverwachting

A

het aantal jaren dat iemand gemiddeld nog te leven heeft, gelet op de huidige sterftekans; de levensverwachting bij de geboorte wordt het meest gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

opkomende grootmachten

A

landen die door toenemende economische. politieke en militaire macht meer invloed krijgen in de internationale politiek; ook vergroten ze hun macht in minder ontwikkelde delen van de wereld, meestal door middel van investerigen in bijvoorbeeld infrastructuur of het verstrekken van leningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

regionale ongelijkheid

A

grote en ongewenste verschillen in welvaart tussen gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sociale ongelijkheid

A

grote en ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de verschillende groepen van de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uitschuiving

A

het proces van verplaatsing van bedrijven en functies vanuit een welvarender gebied naar een gebied met lagere lonen ; dit proces kan zich op meerdere schaalniveaus voordoen. Het uitschuiven van diensten wordt ook wel outsourcing genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

VN-ontwikkelingsindex

A

maatstaf samengesteld uit de koopkracht, alfabetiseringsgraad en de levensverwachting om de maatschappelijke ontwikkeling vast te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wereldsysteem

A

een indeling van de wereld in centrum, semiperiferie en periferie naar ontwikkelingsgraad en verbondenheid door onderlinge handelsrelaties