4 t/m 6 Flashcards

1
Q

plaatsing fascia pectoralis:

A

Onder het subcutane vet zit de fascia pectoralis. Deze is bevestigd aan de clavicula en het sternum en bedekt de m. pectoralis major.
Richting lateraal gaat de fascia pectoralis over in de fascia axillaris en richting craniaal in de m. platysma colli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar ligt de groeve van Mohrenheim/trigonum calvipectorale?

A

Deze ligt tussen de m. pectoralis major, m. deltoideus en de clavicula.

De groeve van Mohrenheim bevat de a. thoracoacromialis, v. cephalica en de n. pectoralis lateralis.

Onder deze structuren ligt de fascia clavipectoralis, die de m. pectoralis minor en de m. subclavius omgeeft en die bevestigd is aan processus coracoideus en de clavicula.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar loopt de v. cephalica ?

A

Het is een oppervlakkige vene die ascendeert vanaf de voorzijde van de elleboog en loopt in de laterale bicepgroeve (tussen de m. biceps brachii en de m. coracobrachialis) richting het trigonum deltoidopectorale. Hier penetreert de vene de fascia clavipectoralis om vervolgens de a. axillaris te passeren en uit te monden in de v. axillaris.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe loopt de fascia clavipectoralis?

A

Deze fascia loopt vanaf de onderboord van de clavicula en de mediale boord van de m. pectoralis minor. Superior splitst de fascia om de m. subclavius te omsluiten. Lateraal centreren de vezels zich en gaan deze over in de fascia axillaris en vormen daar het lig. suspensorium axillaris.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

M. pectoralis major

bestaat uit drie delen:
origo:
insertie:
functie:

A
  • pars clavicularis
  • pars sternocostalis
  • pars abdominalis

origo: sternum, clavicula, kraakbeen van costae 2-6 en de rectusschede

insertie: crista tuberculi majoris humeri

functie: zorgt voor adductie van de arm (naar lichaam toe). ook helpt deze spier bij endorotatie en flexie van de bovenarm.
Bij bemoeilijkte ademhaling helpt de spier ook met de expansie van de thorax. Deze functie, als hulpademhalingsspier, kan alleen worden uitgevoerd als er op de armen wordt gesteund.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vascularisatie en innervatie van m. pectoralis major:

A

vascularisatie: ramus pectoralis van de a. thoracoacromialis

innervatie: n. pectoralis lateralis en medialis, die afkomstig zijn uit de laterale en mediale fasciculus van de plexus brachialis.

Door de spier lopen een aantal zenuwtakken naar het oppervlak, namelijk de rr. cutaneii van de nn. intercostales.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

M. serratus anterior

origo:
verloop:
functie:

A

Een vingervormige spier op de flanken van het lichaam.

origo: eerste negen costae

verloop: vanaf de costae draait de spier naar dorsaal om daar te insereren aan de margo medialis scapulae.

functie: zorgt voor fixatie, protractie, laterorotatie en detractie van de scapula. Ook betrokken bij abductie van de arm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vascularisatie en innervatie van m. serratus anterior:

A

vascularisatie: a. thoracica superior en lateralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de origo van de 5-9 costae

A

Deze ribben haken in op de m. obliquus externus abdominis. Deze zijn bij sterk gespierde personen zichtbaar als 4/5 knobbels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly