4 rekenen met reële getallen Flashcards
Het optellen is commutatief
∀a, b ∈ R : a + b = b + a
het vermenigvuldigen is commutatief
∀a, b ∈ R : a . b = b . a
het optellen is associatief
∀a, b, c ∈ R : (a + b) + c = a + (b + c) = a + b + c
het vermenigvuldigen is associatief
∀a, b, c ∈ R : (a . b) . c = a . (b . c) = a . b . c
het optellen heeft een neutraal element
∀a ∈ R : a + 0 = a = 0 + a
het vermenigvuldigen heeft een neutraal element
∀a ∈ R : a . 1 = a = 1 . a
Elk reëel getal heeft een symmetrisch element voor het optellen
∀a ∈ R : –a ∈ R en a + (–a) = 0 = (–a) + a
Elk reëel getal heeft een symmetrisch element voor het vermenigvuldigen
∀a∈ R0: 1/a ∈ R0 en a . 1/a = 1 = 1/a . a
Het vermenigvuldigen is distributief ten opzichte van het optellen
∀a, b, c ∈ R : a . (b + c) = a . b + a . c
Product van machten met hetzelfde grondtal
∀a ∈R0, ∀m, n ∈z : a m . a n = a m+n
Quotiënt van machten met hetzelfde grondtal
∀a ∈ R0, ∀m, n ∈Z : aM/aN = aM-N
macht van een macht
∀a ∈R0, ∀m, n ∈Z : (a M)N = a M.N
macht van een product
∀a, b ∈R0, ∀m ∈Z : (a.b)M = aM . bM
Macht van een quotiënt
∀a, b ∈r0, ∀m ∈z : (a/b)M = aM / bM