3A1 Flashcards

1
Q

beschermingsmechanismen foetus voor zuurstoftekort

A
  1. foetaal Hb heeft hogere affiniteit voor zuurstof
  2. foetus kan brein bevooroordelen qua bloedtoevoer (Brain sparing effect)
  3. autoregulatie van de foetale cerebrale circulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

APGAR-score

A

ademhaling geen - zwak - goed
pols geen - <100 - >100
spierspanning slap - enige flexie bij ledematen - actieve beweging ledematen
Aspect/ huidskleur blauw/ bleek - blauw extremiteiten - roze
Reactie op prikkels geen - enige beweging - krachtig huilen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

criteria perinatale asfyxie

A
  • persisterende Apgar 0-3 <5 minuten
  • ernstige metabole of gemengde academie (pH < 7.0)
  • klinische neurologische gevolgen, zoals coma, convulsies, hypotonie, etc.
  • foetale nood
  • meconium houdend vruchtwater
  • multi-organ failure (> 1 orgaan behalve hersenen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onderdelen beoordelen CTG

A
  • Weeën
  • Basis hartfrequentie (110-150)
  • Bradycardie/ tachycardie
  • variabiliteit foetale hartritme (strak CTG)
  • acceleraties (bij inspanning fysiologisch)
  • declaraties (>15 voor >60 seconden, nooit fysiologisch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

acroniem POVIAS voor beoordeling ontsluiting/ vaginaal toucher

A

Portio: verstrijken & verweken cervix
Ontsluiten: synchrone weeën die ontsluiting initiëren
Vliezen: intact of niet
Indaling: vlakken van Hodge (Hodge 3 = interspinaallijn)
Aard voorliggend deel
Stand voorliggend deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorwaarden uitdrijving

A
  • volledige ontsluiting
  • Hodge 3
  • persdrang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waardoor ontsluiting langzamer

A

passage
passenger - positie kind
powers - niet sterk genoege weeën/ niet goede techniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meconiumhoudend vruchtwater, associatie met

A
  • zuurstofgebrek
  • ademhalingsproblemen
  • Infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is te zien bij placenta-insufficiëntie/ pre-eclampsie als compensatie bij foetus

A
  • groeiachterstand
  • hogere hartfrequentie
  • dopplerafwijkingen
  • afname vruchtwater (oligohydramnion)
  • afname activiteit foetus
  • echodense darmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is te zien echoscopisch bij een MOLA-zwangerschap

A

oedemateuze chorionvlokken & druiventrosaspect, echodense en echoluscente gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

PALM-COEIN

A

poliep, adenomyosis, leiomyoma, maligne, coagulopathie, ovulatoire dysfunctie, endometrium afwijkingen, iatrogeen, non-specific

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is genomic imprinting

A

proces waarbij gen al dan niet tot expressie komt, afhankelijk van of het paternaal of maternaal is overgeërfd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke medicatie geeft ejaculatieproblemen

A

SSRI’s
GnRH-agonist
Alfa-blokkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stress-incontinentie

A

hypermobiliteit urethrae, mid-urethrale sling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oorzaken polyhydramnion

A

tracheo-oesophagale fistels –> oesophagus atresie
slikproblemen door neurologische schade
onbekende oorzaak
diabetes gravidarum (polyurie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

neuraalbuis defecten door:

A

foliumzuur tekort moeder
maternale DM
gebruik medicatie (valproaat, carbarnazepine)
blootstelling verfverdunners
lasdamp
Hyperthermie

17
Q
A