3.4 Flashcards

1
Q

Wat gebeurde er in 1930-1950: importsubsidie

A

Fabrieken moesten invoer vervangen

Probleem: te kleine binnenlandse afzetmarkt en koopkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurde er van 1970

A

Export van koper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurde er vanaf 1980 diversificatie

A

Niet afhankelijk van 1 product
Bosbouw, fruitteelt, wijnbouw en toerisme
Daarnaast: lage belastingen en lonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het belangrijkste export product

A

Koper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de problemen en oplossingen bij het belangrijkste exportproduct

A

Dagbouw (permanente beschadiging aan de natuur)
Oplossing: minder water gebruiken
Veel water nodig
Oplossing: Ontzilten
Luchtvervuiling
Oplossing: Water gebruiken om stof tegen te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is aqua cultuur

A

Als er veel vis gekweekt wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de voordelen en nadelen van zwemkwekerijen

A
Voordelen:
Succesvol
60.000 mensen werkzaam
Nadelen:
Veel antibiotica nodig 
Algenbloei 
Vreemde soort in natuurlijk milieu 
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de oorzaken van ongelijke bevolking verspreiding

A
De urbanisatiegraad (mensen in de stad) is 90%
Meerderheid: woonachtig in Central vallei
verstedeling gaat snel waardoor er veel krotten wijken ontstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel inwoners telt chili

A

Ongeveer 18 miljoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het geboortecijfer sterftecijfer

A

Geboortecijfer: 13,4%
Sterftecijfer: 6,3%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly