3.3 Geld lenen kost geld Flashcards

1
Q

Leenmotieven

A
  • om een tijdelijk tekort op te vangen
  • omdat je nu al wilt genieten van een aankoop
  • voor onverwachte dringende uitgaven
  • voor de aankoop van een woning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Krediet

A

ander woord voor lening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noem je het afbetalen van een lening

A

aflossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kredietkosten

A

alles wat je meer terug betaald dan het geleende bedrag ( rente, administratiekosten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een consumptief krediet

A

een lening voor de aanschaf van een consumptie goed ( auto, keuken etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschillende kredietvormen (verschillende leningen)

A
  • persoonlijke lening
  • doorlopend krediet
  • salariskrediet
  • koop op afbetaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Persoonlijke lening

A

Je betaalt deze lening terug in gelijke termijnen met een vaste rente. Elke maand is het bedrag hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

doorlopend krediet

A

Je mag lenen tot een maximaal bedrag (= kredietlimiet) Je hoeft niet alles in 1x op te nemen.
Alles wat je aflost kan je ook weer opnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Salariskrediet

A

Je mag rood staan afhankelijk van hoeveel je verdient. De rente hiervoor is heel hoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Koop op afbetaling

A

Als je iets bij bijvoorbeeld een internetwinkel koop kan je iets kopen op afbetaling. Je betaalt dan in termijnen. De rente die je betaalt is heel erg hoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly