3.3 Flashcards

Natuurlijke landschapszones

1
Q

Tropische zone

A

Het is hier altijd warm en de lchtvochtighied daalt niet onder 80%. daardoor groien bomen het hele jaar door en laten ze het hele jaar door hun bladeren vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Subtropische zone

A

Ligt tussn de gematigde en tropische zones in. Kan Het hele jaar nat zijn of een droog seizoen hebben. De planten hebben zich aangepast op het klimaat en bloeien in het voorjaar en zijn dor in de zomer. Er groeien loofbomen met leerachtige kleine bladeren, bladverliezende struiken die bloeien in het voorjaar en rusten in de zomer en maquis, een doornachtig struikgewas met harde altijd groene bladeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gematigde zone

A

De loofboomgordel. Overal is het in de zomer boven de 15 graden maar er zijn grote verschillen in temperaturen. De grond is door de loofboombladeren bedekt met een redelijk vructbare hummuslaag en de overgang naar naaldbomen is geleidelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Boreale zone

A

dit is de overgangszone tussen gematigd en polair. ze ervaren lange koude winters, er groeien naaldbomen op podzolbodems. De neerval is groter dan de verdamping dus is er sprake van uitspoeling, hummus ijzer en aluminiumoxiden spoelen door de zandgrond heen en maken een keiharde laag:de oerbank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

polaire zone

A

je hebt tondra’s, pool en hooggebergtegebieden die hier onder vallen. Toendras zijn de overgan van boreaal naar poolijs en ervaren permafrost. in de zomer kan de bovenste laag ontdooien maar niet wegzakken door de nog bevroren ondergrond waardoor het moerassig wordt. polair blijft onder de 10 graden en er kunnen dus ook geen bomen groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aride zone

A

Dit is het enige gebied wat niet door temperatuur maar door neerval wordt bepaaldNameijk minder dan 250 mm per jaar in korte stortbuien die de grond niet op kan nemen. Je hebt koude en warme, zand steen en grindwoestijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Regenwoud

A

Af. Bestaat uit drie etages, de hoge bomen met wat oude woudreuzen, enkele meters hoge bomen en struiken en wat begroeiing op de bodem. er is (bijna) geen hummuslaag, dode planen en dieren worden binnen uren afgebroken en hun voedingstoffen meteen opgenomen. Door uitspoeling en een dunne hummuslaag blijven ijzer aluminium en methaan over die de bosgrond een rode kleur geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Savanne

A

Aw, soms Af. overgangsgebied tussen tropen en woestijnen. Met hete natte zomers en hete droge winters wanneer de begroeiing dor is. bomen struiken en grote hoge graslanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

steppe

A

BS De overgang van aride naar gematigd. vruchtbare bodems, graanschuur van de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly