3.3 Flashcards
1
Q
une fusée
A
een raket
2
Q
een raket
A
une fusée
3
Q
la nature
A
de aard
4
Q
de aard
A
la nature
5
Q
la nourriture
A
het voedsel
6
Q
het voedsel
A
la nourriture
7
Q
l’ oxygène
A
de zuurstof
8
Q
de zuurstof
A
l’ oxygène
9
Q
le sens
A
de betekenis
10
Q
de betekenis
A
le sens
11
Q
improbable
A
onwaarschijnlijk
12
Q
onwaarschijnlijk
A
improbable
13
Q
cultiver
A
kweken
14
Q
kweken
A
cultiver
15
Q
avoir confiance en
A
vertrouwen
hebben in