3.2 Driehoeken Begrippen Flashcards

1
Q

Middelloodlijn

A

Een middelloodlijn van een driehoek is de rechte die door het midden gaat van een zijde en loodrecht staat op de drager van die zijde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bissectrice

A

Een bissectrice van een driehoek is de rechte die door een hoekpunt gaat en die bij de bijbehorende hoek in twee even grote hoeken verdeelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoogtelijn

A

Een hoogtelijn van een driehoek is de loodlijn uit een hoekpunt op de drager van de overstaande zijde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zwaartelijn

A

Een zwaartelijn van een driehoek is de rechte door een hoekpunt en door het midden van de overstaande zijde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gelijkbenige driehoek

A

Gelijkbenige driehoek is een driehoek waarvan minstens twee zijden even lang zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gelijkzijdige driehoek

A

Een gelijkzijdige driehoek is een driehoek waarvan de drie zijden even lang zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ongelijkbenige driehoek

A

Een ongelijke driehoek is een driehoek waarvan de drie zijden een verschillende lengte hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Scherphoekige driehoek

A

Een scherphoekige driehoek is een driehoek waarvan alle hoeken scherp zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stomphoekige driehoek

A

Een stomphoekige driehoek is een driehoek waarvan één hoek stomp is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rechthoekige driehoek

A

Een rechthoekige driehoek is een driehoek waarvan één hoek recht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly