3.2 Begrippen Flashcards
1
Q
Aristocratie
A
Regering van een groep aanzienlijke mensen
2
Q
Bestuursvorm
A
Hoe een gebied word bestuurd
3
Q
Burger
A
Inwoner met bepaalde rechten
4
Q
Democratie
A
Bestuur waarbij het vol beslist
5
Q
Heerschappij
A
Bestuur, regering
6
Q
Monarchie
A
Staat met één vorst
7
Q
Onafhankelijk
A
Als een staat of persoon over zichzelf beslist
8
Q
Politiek
A
Heeft te maken met het bestuur
9
Q
Rechtspraak
A
Beslissen over toepassing van wetten
10
Q
Tiran
A
Alleenheerser die onwettig de macht heeft gegrepen