3.2 Flashcards

1
Q

Hoe noem je het verschil tussen de omzet en inkoopwaarde

A

Brutowinst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de arbeidsproductiviteit

A

Productie per persoon in een bepaalde tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 4 redenen waardoor de arbeidsproductiviteit kan toenemen

A

Technologische ontwikkelingen
Arbeidsverdeling
Scholing (opgeleide medewerkers)
Prestatiebeloning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de productiecapaciteit

A

Maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar hangt de product capaciteit van af?

A

Aantal mens-uren dat in her bedrijf wordt gewerkt
Kapitaalgoederen die worden gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg her verschil uit tussen maatschappelijke opbrengsten en
maatschappelijke kosten

A

Maatschappelijke opbrengsten
Voordelen van productie van bedrijven

Maatschappelijke kosten
Negatieve gevolgen van productie van bedrijven zoals milieuvervuiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar staat her mvo voor en waarom kiezen bedrijven daarvoor

A

Maatschappelijke verantwoord ondernemen

Bedrijven houden dan bij de productie en het maken van winst rekening met de gevolgen voor mensen en milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly