3.1 Flashcards

1
Q

collectivisatie

A

opgaan van prive boerderijen in gemeenschappelijke landbouwbedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

communisme

A

ideoloog die streeft naar een klasseloze samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dictatuur

A

alle macht in een land is in handen van 1 persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dwangarbeid

A

gedwongen terwerkstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fascisme

A

antidemocratische, totalitaire, gewelddadigeen extreem nationalistische politieke beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

indoctrinatie

A

systematisch opdringen van ideeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

interbellum

A

periode tussen 2 oorlogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kapitalisme

A

economische systeem waarin mensen geld in bedrijven steken om winst te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

persoonverheerlijking

A

het ophemelen van een persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

planeconomie

A

economisch systeem waarin de overheid bepaald wat er geproduceerd moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

showproces

A

rechtszaak die voor de schijn word gehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stalinisme

A

het communisme onder stalin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

totalitair

A

als de overheid volledig herst over de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vijfjarenplan

A

plan van 5 jaar in een planeconomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zuivering

A

wegwerken van tegenstanders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly