3 individuele en groepshuisvesting Flashcards
Wat zijn de richtwaarden voor varkens wat betreft beschikbaar oppervlak?
30-45% van het lichaamsoppervlak –> 0,09*LG^0.67
voor drachtige zeugen is dit zelfs tot 65%
Wat zijn de richtwaarden voor vleeskippen wat betreft beschikbaar oppervlak?
33 g kip/m2
bij zeer goede bedrijven tot 42 g kip/m2
Wat zijn de richtwaarden voor kalveren wat betreft beschikbaar oppervlak?
52% van lichaamsoppervlak
mogen niet aangebonden worden
vleesvee –> 1 m2 per 100 kg levend gewicht.
Wat zijn de richtwaarden voor individuele hokken voor varkens, runderen, klaveren en zeugen?
Beer: min. 6 m2
Stier: min 16 m2
Kalveren: L moet 40 cm langer zijn dan de lengte van het kalf en B zodat het kalf zich kan omdraaien.
Zeug: 60cm breed + 2,1 m lang
Wat zijn de richtwaarden voor individuele ligplaatsen?
Totale ligboxlengte (meestal 2,5 m) = kopruimte + ligbedlengte.
- kopruimte meestal 40 of 50 cm.
LL = 0,92*L + 0,15 KR = 0,56*H of 0,32*H
Waarom wordt er een groepsindeling gemaakt volgens leeftijd?
- gewicht - grootte
- sociale aspecten
- bronst controle
- economische aspecten
Hoe bereken je het totaal aantal dieren op een bedrijf?
= aantal productieve koeien * (leeftijd reform/(aantal kalvingen per koe - 1 ) * TKT)
Wat is het gemiddelde vervangingspercentage op een rundveebedrijf?
tussen de 25 en 50% –> bij meer dan 50 moet je verplicht dieren gaan aankopen