§3 de natuurlijke omgeving. landschap Flashcards
Reliëf
Verschil in hoogte
Terp
Een door mensen gemaakte heuvel waarop je beschermt ben tegen het water.
NAP
Nieuw Amsterdamse Peil. Nulpunt van de zeespiegel waaraan de hoogte wordt afgemeten.
Grondsoorten
Materiaal waaruit de bodem is opgebouwd
Verwering
Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van het weer en werking van planten.
Erosie
De uitschurende werking van stromend water, wind of ijs.
Zand
de kleine korreltjes gesteente die nog met het blote oog te zien zijn.
Klei
Microscopisch kleine korreltjes, die ontstaan als gevolg van verwering.
veen
plantenresten
Waterlopen
sporen van vroegere riviertjes, sloten etc.
Afwatering
De manier waarop het water afgevoerd wordt.
Landgebruik
De manier waarop het land gebruikt wordt.
Verkaveling
De verdeling van de grond in aparte akkers en weilanden.
Kunstmest
Mest die gemaakt is in een fabriek
Gemalen
pompen waarmee polders droog gepompt worden.
Draagkracht
Vermogen van de aarde om alle mensen te kunnen laten leven zonder schade aan te richten aan de leefomgeving.
Ecologische voetafdruk
Een maar voor de hoeveelheid ruimte die een persoon nodig heeft voor zijn manier van leven.
Ecosysteem
Een natuurgebied waarbinnen alles wat leeft en groeit elkaar in evenwicht houdt.
Natuurlijke kringloop
Het rondgaan in de natuur van voedsel, water, zuurstof en CO^2
Milieuaantasting
laten verdwijnen van de leefomgeving.
Milieu-uitputting
Het uit het milieu halen van stoffen in zo’n tempo dat het milieu dit niet kan herstellen.
Milieuvervuiling
Verkeerde stoffen in de leefomgeving brengen. Vervuilen door storten en lozen.
Milieu
omgeving waarin we leven.
Vermesting
Er komt meer mest in de grond dan planten kunnen gebruiken. Een deel van de mest komt ook in het grondwater terecht.