3 Flashcards

1
Q

Brutowinst

A

Het verschil tussen de omzet van de inkoopprijs van de omzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nettowinst

A

Verschil tussen omzet en alle kosten en de inkoopprijs van de omzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Primaire sector

A

Levert grondstoffen en voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Secundair sector

A

Levert producten van grondstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tertiaire sector

A

Levert diensten en verkoopt goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Quartaire sector

A

Levert diensten zonder doel om winst te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aanbieders

A

Mensen die willen werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vragers

A

Mensen die vragen of mensen bij hun komen werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Werkeloosheid soorten

A

Regionale werkeloosheid
Seizoenswerkloosheid
Frictiewerkeloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Regionale werkeloosheid

A

Wanneer er in sommige delen van het land geen vraag naar arbeid is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Seizoenswerkloosheid

A

Als sommige banen maar in een bepaald seizoen gedaan kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Frictiewerkeloosheid

A

Werkeloosheid tussen het wisselen van banen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly