2e Graad Flashcards

1
Q

A posteriori

A

achteraf beschouwd, wat na de ervaring uiteindelijk blijkt

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

A priori

A

wat van tevoren gegeven is, voorafgaand aan de ervaring of onafhankelijk van de ervaring

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Abductie

A

redeneervorm waarbij een conclusie wordt gevormd vanuit de ‘beste’ verklaring (inference to the best explanation)

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Absoluut

A

(hier) onafhankelijk en zonder binding met iets of iemand anders

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Allegorie

A

symbolische voorstelling

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Alternatieve feiten

A

(alternative facts) afwijkende of andere feiten, vaak verzonnen om een andere zienswijze te promoten

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Amoreel handelen

A

handelen dat niet in aanmerking komt voor een morele beoordeling

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Animal rationale

A

de mens als een rationeel levend wezen

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Antropocentrisme

A

wereldbeeld waarbij de mens beschouwd wordt als het middelpunt van het bestaan

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Antropomorfisme

A

het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke wezens

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Argument

A

uitspraak ter ondersteuning van een bewering of standpunt

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Artificiële intelligentie

A

software die de apparaten in staat stelt om zelfstandig te leren, beslissingen te nemen en problemen op te lossen

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ataraxia

A

onverstoorbare staat die zich kenmerkt door vrijheid van zorgen en onverstoorbaarheid

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Atheïsme

A

filosofisch standpunt dat het bestaan van God of van goden ontkent

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Atman

A

hindoe benaming voor de onsterfelijke ziel of eeuwige kern van de mens

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Biocentrisme

A

wereldbeeld waarin alle levende wezens morele aandacht moeten krijgen

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Biodiversiteit

A

verscheidenheid aan levensvormen op onze planeet

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bullshit

A

onzin, gezever, nonsens

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Categorische imperatief

A

onvoorwaardelijk gebod met algemene, universele geldigheid; een gebod waarvan iedereen zou wensen dat anderen zich eraan houden, en waaraan jij je zelf dus ook houdt.

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Consequentialisme

A

(zie gevolgenethiek)

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Cyborg

A

fysieke samensmelting van mens en machine

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Deductie

A

redeneervorm waarbij specifieke gevallen afgeleid worden van een (algemeen geldende) hypothese of uitspraak

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Denkfout

A

onjuiste gedachtegang of redenering, waardoor foute beoordelingen ontstaan

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Deontologie

A

geheel van plichten die bij een bepaalde beroepsgroep bepaalt hoe men zich moet gedragen, synoniem: plichtenleer

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Descriptief relativisme

A

opvatting dat morele waarden en normen die mensen aannemen, variëren naargelang de groep waartoe ze behoren of de tijd waarin ze leven

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Deugd

A

positieve karaktereigenschap

No additional information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Deugdzaamheid

A

eerbaarheid of fatsoen

No additional information

28
Q

Dialoog

A

gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen, waarbij er geluisterd wordt naar elkaar en men elkaar niet veroordeelt

No additional information

29
Q

Disfunctioneel

A

niet normaal of goed werkend

No additional information

30
Q

Dogma

A

religieuze stelling die onbetwistbaar is en zonder discussie dient aangenomen te worden

No additional information

31
Q

Drogreden

A

fout in een logische redenering

No additional information

32
Q

Drogredenering

A

redenering die juist lijkt, maar niet geldig is en de wetten van de logica niet respecteert

No additional information

33
Q

Dualisme

A

leer die de wereld beschouwt als het product van twee onafhankelijk van elkaar bestaande principes. De mens bestaat uit een afzonderlijk lichaam en geest.

No additional information

34
Q

Dystopie

A

(denkbeeldige) samenleving met enkel negatieve eigenschappen, afschrikwekkend toekomstbeeld

No additional information

35
Q

Ecocentrisme

A

wereldbeeld dat niet de mens, maar het ecosysteem als geheel in het centrum der dingen plaatst

No additional information

36
Q

Ecologische voetafdruk

A

gebruiksruimte die een persoon nodig heeft van de natuurlijke hulpbronnen op aarde (grond, voedsel, water, milieu); aanduiding van hoeveel hectare vruchtbare grond elke mens op aarde met zijn consumptiegedrag inneemt

No additional information

37
Q

Ecologisme

A

ideologie die de ecologie vooropstelt, de relatie van planten en dieren onderling en met de omgeving. Daarbij wordt ook gekeken naar de samenhang tussen de wijze van consumeren en produceren enerzijds en de daarmee samenhangende milieuvervuiling, uitputting van natuurlijke hulpbronnen anderzijds

No additional information

38
Q

Empirische cyclus

A

stappenplan voor een onderzoek om kennis op te doen uit ervaring. De cyclus bevat zowel een inductieve fase, waarbij theorie tot stand komt, als een deductieve fase, waarbij de theorie empirisch getoetst wordt.

No additional information

39
Q

Empirisme

A

filosofische stroming die stelt dat alle kennis uit de zintuiglijke ervaring stamt

No additional information

40
Q

Empirist

A

iemand die ervan uitgaat dat de enige bron van kennis de waarneming is

No additional information

41
Q

Epicurisme

A

stroming in de klassieke filosofie, gebaseerd op de lessen van Epicurus

No additional information

42
Q

Ethiek

A

domein binnen de filosofie waarin we kritisch nadenken over het juiste handelen en hoe we goed moeten leven, synoniem: moraalfilosofie

No additional information

43
Q

Ethiek

A

praktische tak van de filosofie die zich bezighoudt met wat goed en slecht is

No additional information

44
Q

Falsificatie

A

proces waarbij geprobeerd wordt om een hypothese of wetenschappelijke theorie door bv. een experiment of een observatie te weerleggen

No additional information

45
Q

Filosoof-koning

A

heerser die volgens Plato de ideale staat mogelijk kan maken vanwege zijn politieke en filosofische kwaliteiten

No additional information

46
Q

Formaliseren

A

Abstractie maken van de feitelijke termen om er variabelen voor in de plaats te zetten

-

47
Q

Formele logica

A

Onderdeel van de logica die geen rekening houdt met de betekenis en inhoud van begrippen of uitspraken

-

48
Q

Gevolgenethiek

A

Een vorm van ethiek waarbij het ethisch juist handelen gekenmerkt wordt door een goed resultaat van ons handelen

-

49
Q

Hedonisme

A

Filosofische leer of levenshouding die genot ziet als het hoogste levensdoel

-

50
Q

Hedonistische calculus

A

Genot en pijn op kortere en langere termijn tegen elkaar afwegen

-

51
Q

Heteronomie

A

Gehoorzaamheid aan wetten en regels van anderen

-

52
Q

Holisme

A

Benaderingswijze die ervan uitgaat dat binnen het geheel alles met alles verbonden is en dat de afzonderlijke delen niet los van het geheel bestudeerd kunnen worden

-

53
Q

Hypothese

A

Stelling die (nog) niet bewezen is, en die dient als uitgangspunt voor een experiment of voor een gerichte waarneming

-

54
Q

Idee

A

Vorm (Plato); wezenlijke eigenschappen of de essentie (Aristoteles)

-

55
Q

Immoreel handelen

A

Handelen op een manier waarbij het gedrag ingaat tegen een bepaalde norm

-

56
Q

Inductie

A

Redeneervorm waarbij vanuit een aantal bijzondere gevallen wordt vertrokken om tot een algemene conclusie of stelling te komen

-

57
Q

Informele logica

A

Onderdeel van de logica waarbij een analyse wordt gemaakt van de betekenis en de inhoud van begrippen of uitspraken

-

58
Q

Interpersoonlijk waardeconflict

A

Conflict waarbij de waarden van verschillende mensen met elkaar botsen

-

59
Q

Intrapersoonlijk waardeconflict

A

Conflict waarbij de waarden van één persoon met elkaar botsen

-

60
Q

Kandha

A

Geledingen of aspecten van de mens volgens het boeddhisme

-

61
Q

Kardinale deugden

A

De vier hoofddeugden, verstandigheid, rechtvaardigheid, moed en gematigdheid

-

62
Q

Kenleer

A

Vakgebied binnen de filosofie dat zich bezighoudt met vragen over kennis

-

63
Q

Leugen

A

De ontkenning of het verbergen van een waarheid

-

64
Q

Levensbeschouwing

A

Visie op het leven, al dan niet gebaseerd op rationele inzichten of religieuze opvattingen

-

65
Q

Logica

A

Discipline die zich focust op de regels en de wetten van het redeneren

-

66
Q

Maatschappelijk waardeconflict

A

Conflict waarbij maatschappelijke waarden met elkaar botsen

-