2C1 Flashcards

1
Q

Wat is de ziekte van Dupuytren?

A

Ook wel de aponeurose palmares genoemd. Verbindweefseling van de fascia palmaris en de huid. Hierbij doen de pezen niet mee, maar soms verplaatsen wel de neurovasculaire bundels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet het dode stuk bot wat bij chronische osteomyelitis in de osteomyelitis haard gevonden kan worden?

A

sekwester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe heet het reactief bot dat door stimulatie van mesenchymale stamcellen gevormd wordt om de osteomyelitis haard te isoleren?

A

involucrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zien de kristallen van jicht eruit onder de microscoop?

A

Deze urinezuurkristallen hebben scherpe, naaldachtige uiteinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zien de kristallen van pseudojicht eruit onder de microscoop?

A

Deze CPPD-kristallen lijken op staven of ruiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke gewrichten zijn kenmerkend aangedaan bij Reumatoïde artritis?

A

PIP en MCP gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 5 bevindingen bij radiologisch onderzoek zijn kenmerkend voor artrose?

A
  1. subchondrale cystevorming
  2. subchondrale sclerose
  3. osteofytvorming
  4. gewrichtsspleetversmalling
  5. deformatie kop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk element is essentieel voor een normale werking van de schildklier?

A

Magnesium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit in welke 2 stappen Vitamine D geactiveerd wordt.

A

Inactief Vitamine D uit de voeding of verkregen via zonlicht wordt in 2 stappen actief gemaakt.

  1. In de lever wordt een 25-hydroxy groep eraan gekoppeld
  2. In de nier wordt nog een OH groep aan vitamine D gekoppeld. Nu krijgt men 1,25-dihydroxyvitamine D3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke misvormingen worden er gevonden bij een klompvoet? gebruik ezelsbrug

A
CAVE
Cavus
Adductie van de voorvoet
Varus van de achtervoet
Equinus (spits) van de enkel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het too many toes sign?

A

Normaal gesproken kan je van de achterkant aan de laterale zijde alleen 1 of 2 tenen zien. Bij het too many toes sign zijn dit er meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een Hill-Sachs laesie?

A

Dit is een impressiefractuur welke bij schouderluxaties kan voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een Bankart Laesie?

A

Dit is een scheur in de kraakbeenrand onder het midden van de kom. Als het bot ook is beschadigd dan noemen we dit een osssale Bankart laesie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk enzym remt allopurinol, waardoor het serum urinezuurgehalte daalt?

A

xanthine-oxidase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 3 pezen vormen de begrenzing van de anatomische snuifdoos?

A

de m. extensor pollicis brevis en longus en de m. abductus pollicis longus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Met gebruik van welke kleuring kan de mineralisatie van boteefseel aangetoond worden?

A

Goldner kleuring

17
Q

Hoe heet de osteochondrose die gelokaliseerd is in het os naviculare?

A

M. Köhler

18
Q

5 kenmerken inflammatie rugklachten

A
  1. Ontstaan voor 40e levensjaar
  2. Geleidelijk ontstaan
  3. Geen verbetering in rust
  4. Bij beweging afname van rugklachten
  5. Nachtelijke pijn
19
Q

Wat is het teken van Drehmann?

A

Bij passieve flexie van de aangedane heup draait deze automatisch in exorotatie (en abductie)

20
Q

Wat betekent eburnatie?

A

Het afvlakken en hard worden van een bot als gevolg van artrose

21
Q

hoe wordt de hakvoet ook wel genoemd?

A

pes calcaneovalgus

22
Q

Hoe kan dwarsgestreept spierweefsel regenereren?

A

In dwarsgestreept spierweefsel liggen satellietcellen. Dit zijn cellen met bijna geen plasma. Deze cellen zijn in de normale situatie inactief. Bij schade gaan deze delen en gaat 1 van deze cellen naar de plek van schade. Hier fuseert deze cel met een dwarsgestreepte spiercel, waarna deze in mitose kan gaan.

23
Q

Welke stoffen worden verlaagd bij remming van COX-1?

A

tromboxaan en PGI2 en de tromboxaan/PGI2 ratio.

PGI2 is een remmer van tromboxaan. Er is dus een verlaging van de plaatjesaggregatie

24
Q

Welke stoffen worden verlaagd bij remming van COX-2?

A

Alleen PGI2, want COX-2 vormt geen tromboxaan. Hierdoor wordt de ratio tromboxaan/PGI2 hoger, waardoor er meer plaatjesaggregatie krijgt.

25
Q

Uit welke stamcellen ontstaan de osteoblasten?

A

mesenchymale stamcellen

26
Q

Uit welke stamcellen ontstaan de osteoclasten?

A

hematopoietische stamcellen

27
Q

Welke receptoren remmen en stimuleren anesthetica?

A
  • Stimuleren de werking van remmende transmitters zoals GABA en glycine.
  • Remmen de werking van receptoren van excitatie transmitters zoals NDMA en acetylcholine
28
Q

Bij welk type CRPS is er sprake van aantoonbare zenuwschade?

A

CRPS 2