2B2 Flashcards

1
Q

2 mogelijke oorzaken van onvoldoende T-reg activiteit

A
  1. genetische defecten
  2. T-cel depleterende geneesmiddelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doorbreken van tolerantie vn polyclonale activatie van B-lymfocyten

A

EBV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

interferentie tussen biologicals en simvastatine via…

A

Cytochroom 450

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

therapie tegen scleritis

A

interferon alpha

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat mag NIET behandeld worden met Anti-TNF?

A

SLE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 factoren die accomodatie van oog beinvloeden

A

Musculus ciliares
Zonula vezels
Rigiditeit van de ooglens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welk deel van oog produceert kamerwater

A

Corpus ciliare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

oorzaak gezichtsveld uitval

A

Occlusie van retinale arterietak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

oog steroids oogdruppels zorgen voor

A

cataract en oogbloddrukstijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ankyloserende spondylitis

A

Uveitis anterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

katten en visus verlies dus…

A

oculaire toxoplasmose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

oogbewegingen in alle richtingen beperkt en waterig uitvloed

A

post septale cellulitis orbitae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

noem 3 kenmerken van endophtalmitis

A

pijn
roodheid
pus
visusdaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

auto-antistoffen in serum aantoonbaar

A

agglutinatiereactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bij eerste screening voor systemische auto-immuunziekte wordt de … techniek gebruikt. dit is een … bepaling.

sensitiviteit:
specificiteit:

A

Immunofluorescentie
kwalitatieve

sensitiviteit: hoog
specificiteit: laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mechanismen die leiden tot ontstaan auto-immuunziekten

A

moleculaire mimicry

ontstaan van neo-antigenen

afwezigheid van reg T cellen

vrijkomen van afgeschermde auto-antigenen

Mede-activatie van autoreactieve lymfocyten tijdens infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

polyclonale B cel activatie

A

EBV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hoe zorgt trauma oog voor auto immuunreactie?

A

vrijkoming afgeschermde auto-antigenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

beta-lactam antibiotica

A

amoxicilline
penicilline
cefalosporinen
carbapenems
meropenem
ceftriaxon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

uveitis posterior main klacht

A

visus vermindering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

verwekker bij patient met aids die hem uveitis posterior kan geven

A

toxoplasma gondii en CMV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

toxoplasmose is cogenitaal juist of onjuist?

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

welke uveitis kan oculaire sarcoidose geven

A

anterior, intermediaire, posterior of panuveitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

bij oculaire toxoplasmose is er vaak co-infectie met mycobacterium tuberculosis juist of onjuist?

A

onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

oculaire toxoplasmose recidiveert nooit door verworven immuniteit juist of onjuist?

A

onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

welke aandoening kan meerdere histologische beelden veroorzaken?

A

Lupus nefritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

20-jarige vrouw, dysurie, pijn onderbuik. geen koorts geen teken van pyelonefritis.

A

nitrofurantoine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

78-jarige man, s. aureus bacteriemie

A

flucloxacilline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

55-jarige vrouw, urosepsis dood E coli

A

ciprofloxacine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

10-jarige jongen geperforeerde appendicitis

A

cefuroxim + Metronidazol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

behandeling congenitale lues

A

Penicilline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

waardppr wordt Lues (syfyllis) veroorzaakt?

A

spiraalvormige gramnegatieve anaerobe bacterie. niet te kweken dus serologie belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

met welke testuitslagen kun je congenitale luesinfectie bij pasgeborene aantonen?

A

positieve anti-syfyllis IgM-titer
en VDRL-titer bij de pasgeborene die meer dan 4x zo hoog is als de titer van moeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

wat zijn positieve en negatieve acute fase eiwitten

A

pos: ferritine en amyloid
neg: albumine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

welke twee eiwitten zijn vooral verantwoordelijk voor stijging van de bezinking

A

ferritine en IgM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

door welke cellen wordt hashimoto’s schildklier follikels vernietigd?

A

T-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

baby 4maanden, 40 graden koorts, snelle ademhaling, goede saturatie, huilt afwerend.

A

meningitis, bacteriemie, pneumonie

38
Q

M. kawasaki kenmerken

A

persisterende koorts
aardbeientong
rode wangen
roodheid keel
gezwollen handen en voeten

39
Q

nitrofurantoine alleen gebruikt als profylaxe voor UWI en is ongeschikt voor behandeling met tekenen van weefselinvasie

A

thats a fact

40
Q

syfillis stadia

A
  1. spirocheet zichtbaar met donkerveld microscopie
  2. systemische verspreiding (koorts,huiduitslag neuro symptomen etc)
  3. vasculitis, aorta aneursyma, gumma etc
41
Q

wat verwacht je NIET bij genitale zweer

A

Neisseria Gonorrhoeae

42
Q

hoe kan je antibiotica toedienen als het te snel gebroken wordt

A

geven van het middel via infuus
frequenter doseren
eventueel hoger doseren

43
Q

waarom heeft intrinsieke resistentie minder impact op antibiotica dan verworven?

A

intrinsieke resistentie veelal chromosomaal gecodeerd
verworven resistentie veelal plasmide gecodeerd
intrinsieke resistentieniet overdraagbaar tussen verschillende species maar verworven wel

44
Q

waarom plasmiden resistenter

A

hebben vaak meerdere resistentie genen en daardoor resistent tegen meerdere klassen van antibiotica

45
Q

mechanismen van resistentie voor betalactam antibiotica

A

verminderde doorlaatbaarheid
upregulatie van effluxpompen
afbraak van antibiotica door enzymen

46
Q

waaruit bestaat serologische screening bij 12 weken zwangerschap

A

HIV, HBsAg, Syfillis

47
Q

confirmatietest HIV

A

immunoblot

48
Q

screeningtest HIV

49
Q

waaraan kan je zien of iemand urosepsi heeft of niet?

A

Veel leukocyten en positief nitriet op urinesediment duidt op urosepsi vooral met pijn in onderbuik en verwardheid

50
Q

wat is meest waarschijnlijke urinekweek voor vrouw met verdenking op urosepsis

A

Gramnegatieve Staven

51
Q

alternatief nitrofurantoine

A

ciprofloxacine

52
Q

Wat doet NLRP3

A

Enzymatisch splitsen van pro-IL-1b

Activatie NF-kB (NIET)
vrijmaken TNF-a (NIET)

53
Q

welk cytokine ontregeld (foto baby overall ontsteking ook botten)

A

IL-1 beta doordat de circulerende IL-1 receptor ontbreekt

54
Q

Gen dat een belangrijke rol speelt bij preventie van endocriene auto-immuunziekte dat in de thymus tot expressie komt

55
Q

Hoe zorgt AIRE ervoor dat er geen endocriene auto-immuunziekten ontstaan?

A

AIRE zorgt voor expressie in thymus van alle eiwitten die voorkomen in het lichaam, zodatt lymfocyten in de thyus ‘zelf’ leren te kennen
Ook eiwitten afkomstig uit endocriene organen komt dus tot expressie

56
Q

welke testen doe je om te kijken of je te maken hebt met virusinfectie of auto-immuunziekte?

A

BSE: verhoogd? infectie
CRP: verhoogd? infectie
Anti-TPO: Verhoogd? auto-immuunziekte
virusserologie: verhoogd? infectie

57
Q

longontsteking, pneumokokken pneumonie, welke labtesten doe je om immuundeficienties aan te tonen?

A

HIV-test
totaal IgG concentratie serum
Complement

58
Q

2 diagnostische testen en bijbehorende lichaamsvloeistoffen voor pneumokokken pneumonie

A

pneumokokken antigeen in urine
kweek van BAL

59
Q

Wat is een nadeel van CVID behandeling met IvIg

A

er kan steriele meningitis optreden

60
Q

welke 2 bacterien zijn in CVID grootste oorzaak van luchtweginfecties

A

H. influenza
Streptococcus Pneumoniae

61
Q

Wat is SCID

A

SCID is een voorbeeld van een PID. stoornis van beenmerg, waarbij er zowel Tcel als Bcel deficientie is

62
Q

hoe weet je of iemand primaire immuundeficientie heeft met behuld van flowcytometrische analyse?

A

aantallen lymfocyten
expressie van een specifiek eiwit
differentiatie voorloper lymfocyten

63
Q

bij welke immuundeficientie past aspergillus fumigatus

A

Chronische granulomateuze ziekte

64
Q

mensen met granulocytopenie of granulocyten-dysfunctiestoornis zijn gevoelig voor…

A

stafylokokken infecties

65
Q

waar kijk je naar bij schimmelinfectie?

66
Q

criteria voor diagnose CVID

A

Recidiverende infecties

Hypogammaglobulinemie:
verlaagd IgG
Verlaagd IgM en/of IgA

leeftijd>4

slechte vaccinatierespons

andere oorzaken van hypogammaglobulinemie uitgesloten

67
Q

therapie gecombineerde immuundeficientie

A

Antibiotische profylaxe
Immuunglobuline substitutie
hematopoietische stamceltransplantatie
Gentherapie

68
Q

X-gebonden agammaglobulinemie wordt gekenmerkt door?

A

ernstige hypogammaglobulinemie, normale aantal t cellen en afwezigheid B cellen

69
Q

hoe behandel je auto-immunitiet (bij CVID patienten

A

B-cel ablatieve therapie

70
Q

aanvullende diagnoses (3) XLA en behandeling

A

Immuunglobulines
totaal aantal B-lymfocyten
genetisch onderzoek

Immuunglobuline suppletie therapie

71
Q

wat is het probleem bij XLA

A

BTK gen defect
blokkade uitrijping B-lymfocyten

72
Q

Verhoogd granulopoese

73
Q

Elastase gen

74
Q

hoe werkt gentherapie bij PID

A

stamcellen uit beenmerg geisoleerd
vervolgens normale kopie van defecte gen dat PID veroorzaakt inbeenmergstamcel ingebracht
door middel van een onschuldige virus

75
Q

erythema multiforme

A

huidziekte die door penicilline of vaccin kan ontstaan gekenmerkt door (schietschijf)

76
Q

syfillis veroorzaakt door? en wat is belangrijkste test?

A

treponema pallidum

serologie
VDRL voor activiteit

77
Q

mutipele leasies bij penis, welke soas?

A

primaire syfillis en gonorrhoe

78
Q

hoe werkt hyperacute humorale afstotingsreactie

A

afstoting binnen 24 uur
binding transplantaat MHC met gepreformeerde allo-antistoffen van acceptor.
gevolgd door complement activatie

79
Q

amlodipine en furosemide bijwerking?

A

duizeligheid

80
Q

waarvoor zorgen corticosteroiden

A

minder werking neutrofielen

81
Q

welke 2 behandelingen bij steroiden resistente rejectie?

A

alemtuzumab, ATG

82
Q

T cel gemedieeerde afstoting

A

tubulitis
vasculitis
interstitieel infiltraat t cellen
necrose weefsel

83
Q

hoe kan GVHD voorkomen worden na stamceltransplantatie

A

T cel depletie
gebruik immunosuppresieve medicamenten

84
Q

risicofactor bijwerking glucocorticoiden

85
Q

aangrijpingspunt nieuwe biologicals

A

PD1 PD1-L CTLA-4

86
Q

T cel gemedieerd rejectie

A

interstitieel infiltraat
tubulitis
vasculitis

87
Q

antistof gemedieerd rejectie

A

Glomerulitis
peritubulaire capillaritis
vasculitis
complement 4d depositie

88
Q

mycobacterium tuberculosis

89
Q

gezwollen handen en voeten vrouw bloedonderzoek

A

IgM-RF
anti CPP

90
Q

JIA

A

koorts
artritis
rash