2.9 Flashcards

1
Q

Zowel CCT- als het PTAT diagrammen kunnen toegepast worden bij het lassen.
Wat zijn de verschillen ?

A

CCT-diagram/ Continue Cooling Transformatie/afkoel TTT
• afkoeling vanaf 800-750 oC
PTAT diagram / Piek Temperatuur Afkoel Tijd
• afkoeling vanaf 1400 oC

CCT-diagram is een transformatie diagram met continue afkoeling, de piektemperatuur
gaat uit van één vaste begintemperatuur in de WBZ, boven Ac3 lijn.

PTAT diagram is een structuur diagram, met niet-evenwichtsstructuren (martensiet), bepaald
vanaf de 1400 oC t/m ca 700 oC (WBZ),
Het IJzer-koolstofdiagram geeft alleen evenwichtsstructuren (ferriet/perliet)
Bovendien gaat het PTAT-diagram uit van de lasgegevens /afkoeltijd 8-5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen gekalmeerd staal en ongekalmeerd staal met name met betrekking
tot de lasbaarheid

Door welke toevoegingen kan men staal kalmeren?

A

1e Onrustig staal of ongekalmeerd staal
Stollen van staal (onbehandeld)
Kookreactie: 2 C + O2 > 2 CO, gasbellen
Merkbaar
- onrustige stolling
- segregatie (verschil in samenstelling tussen rand en (kern + verontreinigingen P en S)
Voorbeeld:
- Profielstaal, damwanden, etc
Gevoelig voor brosse breuk

2e Rustig staal of gekalmeerd staal ( zie continu gegoten staal)
Stollen van staal (behandeld)
Door welke toevoegingen kan men staal kalmeren? AL, Si. Mn
Desoxyderen / kalmeren van staal
Het binden van zuurstof.
- zuurstof opgelost in gesmolten staal binden
tot niet vloeibare oxiden door Al, Si, Mn
Merkbaar
- geen CO reactie
- geen segregatie
- rustige stolling
Betere mechanische eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het nut van lassimulatie ? Welke nadelen zijn er aan verbonden

A

Bepalen van de structuur veranderingen in de WBZ i.v.m. de lasbaarheid
Een proefstaafje onder gaat een lascyclus, die overeen komt met de laspraktijk.
Hier mee kunnen de structuurveranderingen en eigenschappen (hardheid/kerfslagtaaiheid) in de
warmte beïnvloede zone nagebootst worden.

Het blijft een proef, die niet geheel overeen komt  met de praktijk situatie, gebleken is, dat de eigenschappen 
van de lasverbinding beter zijn dan de gesimuleerde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Constructie staalsoorten, kenmerken

A
  • Ferritsch /perlitische structuur (gegloeide toestand) -Goede lasbaarheid ( eventueel met voorzorgsmaatrehgelen)
  • Verloop (kerfslag)taaiheid, als functie van temperatuur, is sprongsgewijs (z.g. OT/OvergangsTemperatuur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aanduiding is geregeld in NEN-EN 10027-1: 2005

A

Groep 1 Op basis van
•hun toepassing en mechanische of fysische eigenschappen
Groep 2 Op basis van
•chemische samenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschillende staalsoorten

A

S: Constructiestaal (structural steel)
P: Staal voor drukvaten (pressure vessel)
L: Staal voor transportleidingen (line pipe steel)
E: Staal voor machine bouw, geen eisen t.a.v. chemische analyse
B: Betonstaal
Y: Voorspanstaal
R: Staal voor rails
H: Koudgewalste platte producten voor dieptrekken
D: Platte producten voor koudvervorming
DC: koudgewalste producten
DD: warmgewalste producten, koud worden vervormd DX: producten, methode van walsen niet aangegeven T: Blik (verpakkingsstaal), onvertind, vertind of verchroomd
M: Elektroplaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

S 355 J4 N

A

S Constructiestaal
355 minimale rekgrens 355MPa, bij plaatdikte tot 16 mm.
J4 minimale kerftaaiheid 27 J bij – 40 o C
N genormaliseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschillen herkenbaar bij het oude blokgieten (ingots)

Ongekalmeerd staal FU

A
  • sterke gasontwikkeling: CO
    -gave oppervlakte huid
    • na walsen kern vol met verontreinigheden
    op 1/2 plaatdikte: SEGREGATIE
    Verschil in samenstelling meer C, P en S
    • lasbaarheid op 1/2 plaatdikte: Poreusheid Ook bij profielstaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschillen herkenbaar bij het oude blokgieten (ingots)

Gekalmeerd staal FN FF

A

Geen segregatie

  • rustige stolling
  • homogene structuur
  • toevoeging van Si, Al, Mn
  • slinkholte  kans op dubbeling in PLAAT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

koolstofequivalent equation

A

CE = C % + %Mn/6 + (%Cr+%Mo+%V) /5 + (%Ni + %Cu) / 15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het koolstofequivalent is een getal,…..

A

waarin de invloed van koolstof en van verschillende chemische elementen op de hardbaarheid van staal wordt uitgedrukt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe lager het CE getal….

A

minder problemen bij het lassen in de WBZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Factoren voor het ontstaan van koudscheuren

A

(gelijktijdige aanwezigheid) • aanwezigheid van waterstof
• een scheurgevoelige (brosse) structuur
• trek-,krimp-,structuur-spanningen
• bij temperaturen beneden ca. 200 oC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welk koolstofequivalent dient volgens u te worden voorgewarmd bij een 3-dimensionale afkoeling?

A

> 0,40 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De hardheid is afhankelijk

A

(An +Af)
•van de samenstelling en
•de warmte-inbreng (de lasgegevens)  (heeft invloed op afkoeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe hoger de warmte-inbreng, …

A
  • des te lager de afkoelsnelheid/ des te hoger de afkoeltijd

* des te lager de hardheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De hoogst bereikbare hardheid is

A

 uitsluitend afhankelijk van het C-gehalte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
Max hard heid:
Ferritic metals process?
Fe utility?
9% Ni as welded en 9Cr1Mo(P91) in PWHT cond.?
Structural staal?
A

Ferritic metals process:248HV10
Fe utility: 290 HV10
9% Ni as welded en 9Cr1Mo(P91) in PWHT cond.:290HV10
Structural staal: 325HV10

19
Q

Maximale hardheid volgens EN 15614-1 (LMK)
EN 15614-1 voor Groep 1 (N) en groep 2 (M) ?
Groep 3 (Q)?

A
Groep 1 (N) en groep 2 (M):max. 380HV10
Groep 3 (Q): max. 450HV10
20
Q

Bezwaren bij te hoge afkoeltijd (langzame afkoeling)

A

Korrelgroei in de WBZ, gevolg lagere kerfslagwaarde

21
Q

Bezwaar van koolstofequivalent CE Geen rekening gehouden met…..

A
  • H2 gehalte

* spanningen

22
Q

Lasbaarheid van diverse C-(Mn)staalsoorten:
Groep staalsoorten C < 0,2 % en Mn < 1%?
uitzonderingen:?

A

1e C < 0,2 % en Mn < 1% Goede Lasbaarheid
•laag C-equivalent
•keuze basisch- of rutiel milieu

uitzonderingen:

  • Dikwandig
  • Hoog zwavelgehalte
  • Gietstaal
23
Q

Lasbaarheid van diverse C-(Mn)
uitzonderingen:
-Dikwandig
-Hoog zwavelgehalte

A

Dikwandig materiaal kans op martensietvorming in de WBZ (3D afk.) Bij starre constructies dan voorzorgsmaatregelen:
•lassen met basische toevoegmaterialen (laag H2 en hogere taaiheid)
•voorwarmen
- Hoog zwavelgehalte (> 0,010%), voor verbeteren spaanvorming Ook aanwezig bij slecht gekalmeerd staal Bij het lassen warmscheuren/porositeit oplossing: lassen in basisch milieu

24
Q

Lasbaarheid “bewaken” bij C-equivalent > 0,45% Voorzorgsmaatregelen bij het lassen (5)

A
  • voorwarmen
  • lassen met waterstofarme, basische toevoegmaterialen
  • een zo groot mogelijke warmte-inbreng - lassen met weinig lagen en langzaam afkoelen
  • thermische “schok” vermijden
  • tussenlaagtemperatuur bewaken
25
Q

How to eliminate contamination en segregation cracks segregation cracks- (3)

A

Limit penetration: lower welding current.
Butter layer
Manganese to form Manganese sulfide that will not solidify.

26
Q

Concave is less likely to crack than convex. How can this be achieved? (3)

A

decrease voltage or
decrease speed.
Vertical up weld.

27
Q

Transfer cracking needs? (3)

A

Excessive H
sensitive microstructure
LONGITUDINAL residual stress.

28
Q

Voorwarmen : temp and reasons (4)

A

Warmtebehandelingen van de lasverbinding Voorwarmen de minimale temperatuur las/hechten 100 tot 300C

  • verlagen afkoelsnelheid
  • verlagen krimpspanningen
  • voorkomen van bindingsfouten
  • hardingsverschijnselen
29
Q

Interpass temperatuur: temp and reason

A

(tussenlaag temperatuur) tot 150/350C de maximale voorwarmtemperatuur
- anders negatieve invloed op de mechanische eigenschappen lasmetaal/WBZ

30
Q

Handhaaftemperatuur

A
  • de minimale voorwarm temperatuur tijdens de laspauzes

- minder kans op scheuren t.g.v. onvolledige naadvulling

31
Q

Nawarmen of waterstofarm gloeien /soaken: temp reasons (2)

A

tot 250C

  • verlaging waterstofgehalte
  • anders visogen/vlokken bij beproeving (trekproef) - anders risico voor koudscheuren
32
Q

PWHT, postweld heat treatment temp and rasons (2)

A

600C

  • verlagen gevaar brosse breuk - verlagen kans op spanningscorrosie
  • vormvastheid handhaven bij machinale bewerking
33
Q

Temperbead

A

gloeibehandeling door middel van lassnoeren - verlaging hardheid in WBZ -TB lassnoer lassen tegen lassnoer aan plaatzijde

34
Q

Temperbead: het verhogen van de voorwarmtemperatuur:

A

het verhogen van de voorwarmtemperatuur bij de sluitlaag met het doel om de hardheid in de warmtebeïnvloede zone te beheersen essential varriable

35
Q

lassen met minder snoeren, door?

Invloed op kwaliteit is……?

A

door hogere stroomsterkte / = hogere neersmelt
•lagere kerftaaiheid
•kans op warmscheuren

36
Q

Meerlagen las Mechanische eigenschappen zijn beter, omdat

A
  • de volgende rups onderliggende las normaliseert (normaalgloei effect)
  • warmte-inbreng lager is, minder korrelgroei.
  • hardheid dealt
  • Kerfttaaiheid neemt toe
37
Q

Lamellaire scheuren

A

niet-metallische insluitsels in het lasmetaal. Deze insluitsels zijn ontstaan in de metaalfabriek

38
Q

Spanningsvrijgloeischeuren

A

(S, P, Sn, As)

39
Q

Stollingsscheuren

A

Deze scheuren komen meestal voor bij lasverbindingen waarvan de hoogte groter is dan de breedte.

40
Q

Waterstofscheuren

A

48 uur na het lassen

41
Q

structure in las

A

grof stendelstructuur
gerekristalliseerd grof
gerekristaliseerd fijn

42
Q

structure ins WBZ

A

Grofkorrelig

fijn korelig gedeltelijke omzetting

43
Q

warmteinbreng formula

A

Q=k x (uxI/v) x 10-3 kj/mm