27 Spanning Flashcards

1
Q

hoe word er gespeelt met het personage

A

hij laat de kijker zich vragen stellen om het spannend te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe word er gespeeld met tijd

A

sneller, trager, slowmotion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe word er gespeeld met de ruimte

A

de sfeer, de kijker vragen te laten stellen over de ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een motorisch moment

A

when shit changes dawg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ab ovo

A

verhaal van het begin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In media res

A

naar het midden van het verhaal,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

open einde

A

zorgt voor veel vragen voor de kijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gesloten einde

A

alles is vermeld, geen spanning meer voor een vervolg(cliffhangfer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cliffhanger

A

waneer een verhaal plotseling stopt en er een vervolg is wat als effect spanning geeft aan de kijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly