2.7 Flashcards

1
Q

Wat houdt het actualiteitsprincipe in?

A

de aanname dat processen op aarde op een vergelijkbare manier verliepen als nu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet het klimaat in het verleden?

A

Paleoklimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het kwartair?

A

afgelopen 2,6 miljoen jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe halen wetenschappers informatie over klimaten uit het kwartair?

A

diepzeesedimenten, landijs, stuifmeelkorrels, koralen en jaarringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom zijn onderzoeken met methodes uit het kwartair lastig om toe te passen op periodes voor het kwartair?

A

bewijsstukken zijn vergaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de 3 manieren van klimaatonderzoek?

A

onderzoek naar jaarringen van bomen, stuifmeelkorrels bekijken in oude veen- en kleilagen en analyse van zuurstofisotopen in ijs of sedimenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is paleoklimatologie?

A

kennis over vroegere klimaatveranderingen geeft inzicht in de huidige veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn proxy-indicatoren?

A

deze indicatoren zeggen indirect iets over het verleden, ze zijn minder nauwkeurig dan metingen die tegenwoordig worden gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn isotopen?

A

atomen met dezelfde chemische eigenschappen, maar met verschillende atoomgewichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is 18O

A

een zuurstofisotoop te vinden in kalkskeletten. in warme tijd verdampt 18O meer en in koude tijd verdampt 18O minder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is 14C

A

een radioactieve koolstofisotoop dat gebruikt wordt om den ouderdom van organisch materiaal te bepalen door vergelijkingen van het materiaal met een ijkschaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is geomorfologie

A

beschrijvingen en verklaringen van de vormen in het landschap: rivierdalen, kusten en berghellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is geomorfologie in nederland

A

zwerfstenen, stuwwallen en keileem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is palynologie?

A

pollenanalyse dat geschikt is om het klimaat te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoezo blijven stuifmeelkorrels goed bewaard?

A

het wasachtige beschermend laagje dat stuifmeelkorrels hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe werkt pollenanalyse?

A

door het tellen van pollen kun je veranderingen in de begroeiing vaststellen en de daarbij behorende verandering van het klimaat.

17
Q

wat is dendrochronologie?

A

manier om het klimaat van het holoceen te bepalen door jaarringen van bomen te bestuderen. deze geven aanwijzingen over klimatologische omstandigheden, met name variaties in neerslag.

18
Q

algemene regel over historische bronnen?

A

hoe ouder de bronnen, hoe minder betrouwbaar.