241022 Flashcards
1
Q
bakfylla
A
kater
2
Q
bakis
A
kater
3
Q
kopparslagare
A
kater met serieuze hoofdpijn
4
Q
tjuvitta
A
naar iets kijken waar je niet naar hoort te kijken
5
Q
sockergris
A
zoetekauw
6
Q
skvallercentral
A
roddelaar
7
Q
besserwisser
A
betweter
8
Q
skador
A
verwondingen
9
Q
måttligt
A
matig
10
Q
tvåårsaldern
A
de leeftijd van twee
11
Q
utfall
A
resultaat
12
Q
jämförde
A
vergeleken
13
Q
laten
A
lämnar
14
Q
denken
A
tror
15
Q
uitspraak
A
uttal