2.1 t/m 2.4 Flashcards

1
Q

bezinken

A

het scheiden bij suspensie en emulsie, component met grotere dichtheid zakt naar beneden (b.o verschil in dichtheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

centrifugeren

A

het versnellen van bezinken d.m.v de emulsie of suspensie met grote snelheid te laten ronddraaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

destilleren

A

scheidingsmethode waarbij de oplossing van een vaste stof of een mengsel van vloeistoffen kookt (b.o verschil in kookpunt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

destillaat

A

(destillleren) vloeistof met het laagste kookpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

residu

A

mengsel van stoffen dat achterblijft in de destillatiekolf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

emulsie

A

troebel mengsel van twee vloeistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tweelagensysteem

A

door verschil in dichtheid zie je twee vloeistoffen boven elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

emulgator

A

hulpstof die ervoor zorgt dat een emulsie langer gemengd blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

extraheren

A

scheidingsmethode waarbij één stof van een mengsel wel oplosti in een vloeistof en de andere niet (b.o oplosbaarheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

extractiemiddel

A

vloeistof die je bij extraheren gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

filteren

A

scheidingsmethode voor suspensie, mengsel passeert een filter (b.o deeltjesgrootte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

filtraat

A

(filteren) wat door de filter heen gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

residu

A

(filteren) stof die achterblijft op het filter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

indampen

A

scheidingsmethode om een opgeloste stof van de vloeistof te scheiden (b.o verschil in kookpunt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oplosbaarheid

A

het aantal gram stof dat in 1L vloeistof maximaal kan oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

oplossing

A

helder mengsel van een stof en een vloeistof waarbij opgeloste deeltjes zo klein zijn dat ze licht doorlaten

17
Q

rendement

A

verhouding van de praktische- en theoretische opbrengst

18
Q

rook

A

mengsel van fijn verdeelde vaste stof in een gas

19
Q

schuim

A

fijn verdeeld gas in een vloeistof

20
Q

nevel

A

fijn verdeelde vloeistof in een gas

21
Q

suspensie

A

troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof, vaste deeltjes zo groot –> houden licht tegen

22
Q

verzadigde oplossing

A

oplossing waarin de maximale hoeveelheid stof is opgelost

23
Q

onverzadigde oplossing

A

oplossing waarbij niet alles van de hoeveelheid stof is opgelost