2.1 Hoe geef jij je geld uit? Flashcards

1
Q

Nibud wat betekent de afkorting en wat doen ze

A

Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
Deze instelling geeft voorlichting over hoe je je inkomsten en uitgaven het best op elkaar kunt afstemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat adviseert het Nibud?

A

Een indeling te maken in soorten uitgaven
- Dagelijkse uitgaven
- Vaste lasten
- Incidentele uitgaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Incidentele uitgaven?

A

Grotere uitgaven die je niet zo vaak doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

budgetteren

A

Je maakt een overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven, dit noem je een budgetplan of begroting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is je begroting in balans?

A

Als de inkomsten en uitgaven gelijk aan elkaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat moet je doen om uitgaven en inkomsten met elkaar te vergelijken

A

Allemaal naar een zelfde periode omrekenen.
Dus per maand of per week.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe een maandbedrag per week uitrekenen

A

maandbedrag x 12 :52

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe weekbedrag per maand uitrekenen

A

weekbedrag x 52 :12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geld reserveren

A

Sparen om een grote incidentele uitgave te kunnen betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly