2.1-2.4 , 3.1-3.3 Flashcards
Waar komt het aantal protonen mee overeen?
Atoomnummer
Hoe bereken je het aantal neutronen?
Massagetal - protonen
Waaraan is het aantal elektronen gelijk?
Protonen, dus ook atoomnummer
Verschillende notaties
Ca-40 (element, massagetal) , 40/20 Ca (maar dan 40 boven die 20)(40 is massagetal en 20 is atoomnummer)
Welke eenheid hebben de atoommassa en de molecuulmassa
u
Massagetal
Totaal aantal kerndeeltjes (protonen en neutronen) , geheel getal zonder eenheid
Wat is het geheugensteuntje?
BrINClHOF
Wat is het getal van Avogadro (NA)?
6,02 x 10^23 (1 mol)
Verschil molecuulmassa en molaire massa?
- molecuulmassa ; in u , van 1 molecuul
- molaire massa ; in g/mol , gewicht van 1 mol deeltjes
Allebei zelfde getal alleen andere eenheid
Waar zijn cm^3 , dm^3 en m^3 gelijk aan (volume)?
Cm^3 = mL Dm^3 = L M^3 = KL
Geef kenmerken van metalen
- kook/smeltpunt ; hoog
- elektrische geleiding ; in vaste en vloeibare fase
- bindingen ; metaalbinding
- rooster ; metaalrooster , buigzaam
- formule ; alleen metaalatomen
Geef kenmerken van zouten
- kook/smeltpunt ; hoog
- elektrische geleiding ; vloeibaar en opgelost in water (aq)
- bindingen ; ionbinding
- rooster ; ionrooster , bros
- formule ; metaal + niet metaal
Geef kenmerken van moleculaire stoffen
- kook/smeltpunt ; laag
- elektrische geleiding ; stoffen geleiden niet
- bindingen ; vanderwaalsbinding, dipool-dipoolbinding, waterstofbrug, atoombinding
- rooster ; molecuulrooster, bros en buigzaam
- formule ; niet metalen
Manieren om systematisch en triviale namen uit elkaar te houden
- Mono, di, tri, enz… -> systematisch
- Je kunt exact zien welke atomen er in zitten (systematisch)
- Eindigt op -ide (systematisch)
- Geen mono aan het begin !
Voorvoegsels
1 - mono 2 - di 3 - tri 4 - tetra 5 - penta 6 - hexa 7 - hepta 8 - octa
Atoombinding / covalente binding
Elektronen houden de kernen bij elkaar, zeer sterke binding, veel energie nodig om te verbreken
Hoe bereken je covalentie?
8 - laatste nummer (binas tabel 99)
Wat voor bindingen zijn er in moleculen?
- atoombindingen
Polaire atoombinding
Apolaire atoombinding
Wat voor bindingen zijn er tussen moleculen?
- vanderwaalsbindingen
- dipool-dipoolbindingen
- waterstofbruggen
Elektronegativiteit
Hoe hard een atoom aan elektronen trekt
Partiële lading
Een beetje lading
Hoe bereken je elektronegativiteit?
Delta EN , grootste - kleinste -> grootste = delta - , kleinste = delta + , tabel 40A
Polaire atoombinding
Ongelijke verdeling van de gedeelde elektronen
DiPool-diPoolbinding
Een 2-deling in lading , een + en - kant
Wanneer is een atoombinding apolair?
Als de elektronegativiteit 0,4 of kleiner is
Wanneer is een atoombinding polair?
Als de elektronegativiteit tussen 0,4 en 1,7 is
Wanneer is er een ionbinding?
Als de elektronegativiteit groter of gelijk is aan 1,7
Hoe krijg je een vanderwaalsbinding?
Door de aantrekkingskracht tussen de moleculen
Wat is het gevolg van hogere temperatuur?
Moleculen bewegen heftiger , temperatuurbeweging
Als stof smelt …
Voorlopige overwinning , moleculen vrij maar laten niet los
Als stof verdampt …
Overwinning , moleculen laten los, vanderwaalsbinding wordt verbroken
Massa van molecuul groter …
Vanderwaalsbinding sterker
Moleculen die ladingsverdeling hebben
Polair , dipoolmoleculen
Binding tussen dipoolmoleculen
DiPool-diPoolbinding , draagt bij aan kookpuntverhoging, maar niet veel
Waterstofbrug
Heel sterke diPool-diPoolbinding , met stippellijn aangegeven , van delta+ naar delta- , samen met vanderwaalsbinding verklaart hoog kookpunt
Mesoniveau
Tussenniveau , tussen macro en micro in
Apolair molecuul
Moleculen zonder polaire bindingen, geen ladingsverdeling , ! Maar kan ook zijn dat er wel polaire bindingen zijn en dat stof dan polair is
Regels hoog kookpunt
- Hoger molecuulgewicht -> kookpunt neemt toe
- Vertakkingen verlagen kookpunt
- DiPool-diPoolbinding verhoogt een beetje , ongeveer 1-5 K
- Aanwezigheid van waterstofbruggen (H-brug) verhoogt kookpunt
Hoeveel waterstofbruggen kunnen er zijn?
H (delta+) ; max. 1
O (delta-) ; max. 2
Hoe meer O-H groepen …
Hoe meer H-bruggen , hoe hoger het kookpunt
Hydrofiele stoffen
Stoffen die goed oplossen in water
Hydrofobe stoffen
Stoffen die niet goed oplossen in water
Waterstofbrug ontvangende groepen
(C=O groep) Vormen zelf geen waterstofbruggen, maar ze kunnen wel een waterstofbrug ontvangen (van NH- en OH-groepen)
Evenwicht
Wanneer concentraties niet meer veranderen
Dynamisch evenwicht
Een dergelijk evenwicht
Waar aan is het aantal moleculen dat per seconde verhuist van ene naar andere vloeistoflaag afhankelijk van
Concentratie
Verdelingsevenwicht
Verdelen van een stof over twee lagen
Een apolaire stof is …
Hydrofoob
Een polaire stof is …
Hydrofiel
Hoe meer een stof polair is …
Hoe hoger het kookpunt wordt
Hoe meer een stof polair is, en hoger kookpunt heeft …
Hoe beter de oplosbaarheid in water
Wet van Avogadro
1dm^3 gas = 0,0420 mol = 2,53 x 10^22 moleculen
Significatie bij vermenigvuldiging en deling
Evenveel significante cijfers als de gemeten waarde met het kleinste aantal significante cijfers
Vm
Molair volume
Als temperatuur toeneemt, wordt Vm …..
Groter
Als je de druk verhoogt, wordt Vm ……
Kleiner
P0 =
Standaardruk = 1,013 x 10^5 bar/Pa (Pascal)
Massa -> volume (vaste stoffen en vloeistoffen)
Dan gebruik je dichtheid
Massa -> volume (gassen)
Molair volume
Vm , bij 1 liter mol gas en 298K
2,45 x 10^-2 m^3/mol = 24,5 L/mol