2.1 Flashcards
1
Q
Bondgenootschap
A
Samenwerking
2
Q
Censuur
A
Controle op publicaties
3
Q
Centralen
A
Duitsland, Oosterwijk-Hongarije, turkste rijk(ottomaanse rijk) met de bondgenoten in de eerste wereld oorlog
4
Q
Communist
A
Radicale socialist
5
Q
Geallieerden
A
Frankrijk, groot-Brittannië, Rusland, de VS en hun bondgenoten
6
Q
Loopgraaf
A
Diepe versterkte greppel
7
Q
Militarisme
A
Het leger heel belangrijk vinden
8
Q
Mobiliseren
A
Het leger klaar maken voor de oorlog
9
Q
Nationalisme
A
Liefde voor het eigen volk
10
Q
Onbeperkte duikbotenoorlog
A
Duurste oorlogsvoering waarbij onderzeeërs alle vijandelijke schepen beschoten (vanaf 1917)