2.1 Flashcards
1
Q
Beurs
A
Gebouw waar in aandelen wordt gehandeld
2
Q
Beurskrach
A
Sterke en snelle daling van de aandelenkoersen op de beurs
3
Q
Consumptiemaatschappij
A
Samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht
4
Q
Economische crisis
A
Lange tijd van economische achteruitgang en werkloosheid
5
Q
Interbellum
A
Periode tussen de twee Wereldoorlogen
6
Q
Keerpunt
A
Belangrijke, snelle verandering
7
Q
Krediet
A
Lening
8
Q
Lopende band
A
Productiesysteem waarbij werknemers werken aan voorbijkomende producten
9
Q
Subsidie
A
Financiële steun van de overheid