2020 Flashcards

1
Q

Voor wat staat WCM en bespreek de delen

A
World class manufactering
safety
cost development
focussed improvent
professional maintenance 
quality control
logistics
people development
environmont
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bespreek PDCA en zijn delen

A

Plan (maak een plan op met de gewenste resultaten)
Do (voer het plan uit)
Check (vergelijk de resultaten met wat je wou bereiken)
Act (stuur bij indien nodig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf de twee wetten (oorzaak- en gevolgwet)

A

1) De oorzaken van ongevallen kan je terugbrengen tot:
- 80% menselijke factoren
- 19% technische factoren
- 1% bovenmenselijke factoren
2) Wanneer een bepaald risico 330 keer optreedt dan zijn de gevolgen
- 300keer geen gevolg
- 29 keer ongeval zonder blijvende gevolgen
- 1 keer ongeval met blijvende gevolgen/dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 categorieën onderscheiden we als oorzaak van arbeidsongevallen en welke is de grootste oorzaak van arbeidsongevallen?

A

1) 80% menselijke factoren
2) 19% technische factoren
3) 1% bovenmenselijke factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Teken de piramide van Heynrich en geef de 7 mogelijk categorieën

A

1) unsafe acts
2) unsafe conditions
3) near misses
4) first aid
5) LWDC<30dd
6) LWDC>30dd
7) fatality

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef het onderscheid aan tussen gevaarlijke toestanden en gevaarlijke handelingen

A
Gevaarlijke toestanden
-slechte verlichting
-slordigheid
-onveilig gereedschap
Gevaarlijke handelingen
-overbruggen veiligheden
-geen gebruik maken van PBM's
-loshangende kledij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de 2 verschillende richtlijnen en mogen de lidstaten strengere eisen stellen?

A

Sociale richtlijnen en economische richtlijnen

Lidstaten mogen strengere sociale richtlijn opstellen maar geen strengere economische eisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verklaar kort richtlijn vs norm-geharmoniseerde norm.

Wie staat in voor het uitschrijven van normen en wie voor het nazicht.

A
  • normen zijn gedocumenteerde, vrijwillige afspraken waarin criteria voor producten, diensten en processen worden vastegelegd.
    -de europese normcommessies hebben als taak om de normen te bepalen om aan de EU-richtlijnen te voldoen.
  • In Europa zijn er 3 normalisatie instellingen
    CEN; Cenelec en ETSI
  • Daarna wordt dit op nationaal vlak gezorgd voor het nazicht.
    (NBN, DIN, BSI,..)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf kort de sociale richtlijn

A

In deze wetgeving wordt de werkgever van zijn onderneming verantwoordelijk gesteld voor het welzijn van de werknemer.
De werknemers zijn wel verplicht voor een correctie uitvoering van de voorziene maatregelen door de werkgever
De werkgever moet zorgen voor (een preventieadviseur, een CPBW en een IDPB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf kort: procesveiligheid

A

De procesveiligheid is geen onderdeel van de wetgeving en valt dus niet onder de CE markering.
Hoewel de SIL geen wetgeving is, wordt deze breed gevolgd om processen veiliger te maken
Een risico kan niet volledig uitgesloten worden maar wel terug gebracht worden naar een aanvaardbaar niveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De arbeidsmiddelrichtlijn bepaalt dat alle bestaande arbeidsmiddelen moeten voldoen aan 19 veiligheidseisen.
Welke en leg uit

A

1) Bediening
deze moet duidelijk zichtbaar en herkenbaar zijn.
Ook moet deze buiten de gevaarlijke zone geplaatst worden.
2) Waarschuwing en signalen
Het arbeidsmiddel moet uitgerust zijn met duidelijke signalisatie en afleesmogelijkheden voor de veiligheid van de bediener.
3)Alarmsignaal
De bediener op de hoogte brengen van gevaren door een sirene of zwaailicht.
4) Opstarten proces
Dit mag enkel gebeuren door een opzettelijke handeling
5)stopzetten proces
Deze moet steeds voorrang hebben op de start en moet zo kort en veilig als mogelijk gebeuren
6) Noodstop
Deze knop heeft een rode kleur op een gele achtergrond en moet vergrendeld worden vooraleer deze opnieuw kan gestart worden.
Bij bediening moet het gehele proces stilvallen en deze mag geen extra risico’s veroorzaken
7)specifieke gevaren
Rondvliegende en/of vallende voorwerpen moeten opgevangen worden
8) stabiliteit
machines moeten vastgezet worden zodat deze niet kunnen bewegen door trillingen
9)uiteenspringen of breken
Indien dit kan voorkomen moet dit opgevangen worden
10)gevaar door bewegende delen
ieder contact met bewegende delen moet vermeden worden. (afscherming,…)
11) verlichting
Er dient voldoende verlichting te zijn
12) temperatuur
onderdelen met een hoge of lage temperatuur moeten afgeschermd worden
13) gebruik
het arbeidsmiddel moet geschikt zijn om zijn taak uit te voeren.
14) onderhoud
De machine moet uitliggen tijdens het onderhoud of men moet zich buiten de gevaarlijke zone bevinden.
Alsook moet er een onderhoudsboekje bijgehouden worden.
15) loskoppelen van krachtbronnen
Het arbeidsmiddel moet voorzien zin van duidelijke inrichtingen waarmee het van al zijn krachtbronnen kan losgekoppeld worden. (onder 3kW volstaat het uitrekken van het stopcontact)
16) bereikbaarheid
Alles moet onder veilige omstandigheden verlopen
17) bescherming
de werknemer moet op gepaste wijze beschermt worden
18) voorkomen van ontploffing
elk risico dat leidt tot ontploffing moet uitgesloten worden
19) voorkomen elektrocutie
werknemers moeten beschermd worden tegen directe en indirect contact met elektriciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat staat er vermeld op een werkpostfiche

A
  • ondernemingsinformatie
  • beschrijving van de werkzaamheden (waar, welke machine en de taken)
  • resultaat van de risicoanalyse
  • specifieke instructies/opleiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef het verschil weer tussen de A, B, en C normen

A

A-normen: algemene normen, toepasbaar op alle machines
B-normen: specifieke veiligheidsmiddelen en ergonomische aspecten
C-normen: specifieke typemachines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De machinefabrikant moet een zogenaamd CE traject doorlopen voor dat hij een machine in handel mag brengen of in bedrijf mag stellen.
Uit welke 8 stappen bestaat het CE-traject

A

1) categorie van de machine
2) zijn er nog andere EU richtlijnen van toepassing
3) voldoet de machine aan de gezondheids- en veiligheidsvoorwaarden
4) uitvoeren van de risicoanalyse
5) validatie
6) aanleggen van een technisch constructiedossier (TCD)
7) ondertekenen van conformiteitsverklaring
8) aanbrengen CE markering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Uit wat bestaat een technisch constructiedossier

A

1) algemene beschrijving van de machine
2) volledige detailtekeningen
3) elektrische schema’s
4) berekeningen
5) meetresultaten
6) gebruikte normen
7) certificaten
8) onderdelenlijst
9) service handleiding
10) werkdocumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 8 typische significante gevaren gebruikt men bij een risicoanalyse?

A

1) mechanische gevaren
2) elektrische gevaren
3) thermische gevaren
4) gevaar door lawaai
5) gevaar door trilling
6) gevaar door straling
7) gevaar door materialen
8) gevaar door slechte ergonomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Geef de formule bij de methode van Kinney en beschrijf

A
Risico = W*E*B
W= de waarschijnlijkheid
B= de blootstellingsfrequentie
E= ernstgraad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verklaar de 4 parameters bij de risicograaf

A

1) S= ernstgraad
S1= lichte verwondingen die omkeerbaar zijn
S2= zware verwondingen die onomkeerbaar zijn (mogelijks dood)
2)F= frequentie
F1= 2maal of minder per shift (totale blootstelling is sub 15min)
F2= meer dan 2 maal per shift (totale blootstelling langer dan 15min)
3) O= de waarschijnlijkheid
O1= lage waarschijnlijkheid
O2= technische fout in de laatste 2 jaar
O3= regelmatige technische fout
4) A= gevaar afwenden
A1= gevaar afwenden is mogelijk
A2= gevaar afwenden is onmogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Risicoreductie kan gebeuren a.d.h.v. een aantal stappen, welke en geef een kort beschrijving.

A

1) verwijderen van het risico door het design
2) risicoreductie door het design
3) CBM’s
4)bijkomende beschermingsmaatregelen
5) gebruiksinformatie
6) training
7) PBM’s
8) operationele procedures
=> een risicoanalyse is een interactief proces

20
Q

herkennen van pictogrammen (zie samenvatting)

A

.

21
Q

Bespreek het verschil tussen PL en SIL

A

De Performance level is bedoeld voor het ontwerpen van veiligheidssystemen.
De SIL is onderverdeeld in 2 subgroepen.
De ene groep zijnde voor automatische veiligheidsfuncties en de andere voor automatische veiligheidssystemen.

22
Q

Wat betekent MTTFd

A

mean time to dangerous failure

hardware betrouwbaarheid van componenten

23
Q

Wat betekent DC

A

Diagnostic coverage is de verhouding van het aantal fouten die worden gedetecteerd op het aantal gevaarlijke fouten. (dit wordt weergegeven in procent)

24
Q

Wat betekent CCF

A

Commen Cause Failure betekent dat één oorzaak kan leiden tot het falen van onder componenten in het circuit.

25
Q

De vormgeving van veiligheid gerelateerde onderdelen van besturingen gebeurt in 6 stappen, welke?

A

1) definiëren van eisen aan de veiligheidsfunctie
2) bepalen van het vereiste PL of SIL
3) Ontwerp van technische realisatie van veiligheidsfuncties
4) bepalen van PL of SIL en kwantitatieve verhouding
5) verificatie
6) validering

26
Q

oefeningen op bepalen van de veiligheidsafstanden

A

p88-91

27
Q

teken en bespreek de safety life cycle

A

stap 1)
De risicoanalyse
identificatie en beoordelen van de aanwezige risico’s.
Het doel is om hierbij te bepalen welke risico’s al dan niet aanvaardbaar zijn en deze te reduceren.
stap 2)
veiligheidsconcept
globale voorstel van de te nemen maatregelen voor risico reductie
stap 3)
veiligheidsontwerp
detail engineering van de mechanische en besturingstechnische acties
stap 4)
systeemimplementatie
de installatie, programmatie en opstart van het safety concept
stap 5)
onderhouden en verbeteren van het veiligheidsconcept
na ingebruikname de installatie goed onderhouden en verbeteren indien nodig

28
Q

Teken en beschrijf kort de stappen van de standaard norm EN ISO 12100 voor risicoanalyse op de machinerichtlijn 2006/42/EG

A
1) bepalen van de grenzen van de machine
dit zowel ruimtelijk als fysisch
2)identificatie van de gevaren
de mogelijke gevaren identificeren 
3) risico-inschatting
dit doet men a.d.h.v. de risicograaf
4) risico-evaluatie
5) prioriteiten voor risico-reductie
29
Q

Wat bedoelt men met de grenzen van een machine

A

1) ruimtelijke grenzen
Onder ruimtelijke grenzen verstaat men de locatie, opbouw, functie, blootstelling en de actieradius van een machine
2) gebruikersgrenzen
Onder gebruikers grenzen plaatst men alle informatie over bediening, werkuren en gebruikersfase.

30
Q

Wanneer is een risico aanvaardbaar en wanneer niet? Risico reductie is een evenwicht tussen…

A

Een risico is aanvaardbaar wanneer deze een index van 1 of 2 heeft.
Alle andere indexen dienen gereduceerd te worden.

Dit is een evenwicht tussen: de conformiteit aan de richtlijn, behoud van functionaliteit, economische aspecten

31
Q

LoTo

A
1) VOOR INTERVENTIE
alle energiebronnen kennen
betrokken personen verwittigen
koppel alle energiebronnen af
neutraliseren van de restenergie
vergrendel de installatie
test de afwezigheid van energie
controleer de vergrendeling
2) NA UITVOEREN
zet machine in normale werking
verwijdering van hangslot
kijk na of machine zonder gevaar werkt
verwittig de betrokken personen
32
Q

De vitale 5-7-8

A

1) vrijschakelen van de elektrische machines
2) vergrendelen van de installatie
3) meten of de spanning weg is
4) aarden van de installatie
5) afschermen van de installatie
=> om de veiligheid nog te verhogen heeft men nog 2/3 extra stappen toegevoegd. (vrijgeven en inschakelen)
Zo krijg je de vitale 5-7-8

33
Q

Noodstopschakelingen kunnen tekenen van catB tot cat4

A

zie notities (ook effectief weten hoe je moet aansluiten, niet enkel schema’s)

34
Q

MTTFd kunnen bepalen (formules gegeven)

A

zie notities

35
Q

Aan welke eisen moet een NSvoorziening voldoen? (de 3 cat.)

A

cat0: directe onderbreking van de voeiding
cat1: gecontroleerde stop, voeding wordt niet onderbroken om een gecontroleerde stopprocedure van de machine toe te laten waarna het vermogen wordt afgeschakeld.
cat2: gecontroleerd tot stilstand brengen waarbij de energie beschikbaar mag blijven

36
Q

Welke zijn de kenmerken van een vaste en een beweegbare afscherming

A

vaste: permanent gelast, niet te openen zonder gereedschap
beweegbare: mechanische middelen (scharnieren), zonder gereedschap te openen

37
Q

teken de correcte schakeling voor een hekbewaking met één schakelaar en 2 schakelaars

A

ZIE TEKENING

38
Q

Bespreek de werking van de OOSD uitgangen

A

OSSD uitgangen worden gebruikt voor communicatie tussen het veiligheidscomponent en zijn controller.
Bij detectie zal deze een 24DC leveren maar indien er kabelbreuk is zal er 0VDC gestuurd worden.
Tijdens deze hoog is zal er ook af en toe laag getest worden door de controller.

39
Q

Bespreek de grenzen van objectdetectie bij lichtschermen

A

Wanneer een object met een diameter van meer dan of gelijk aan de resolutie in het beveiligde gebied beweegt, worden de uitgangen uitgeschakeld

40
Q

Wat zijn de 3 soorten beveiligingen en opstellingen met lichtschermen (en teken)

A
beveiliging
1) gebiedsbeveiliging
2) inloopbeveiliging
3) ingrijpbeveiliging
detectiegebieden
1) horizontaal
2) verticaal
3) schuin
41
Q

Bespreek de werking van sequentieel/parallel muting met 4 sensoren a.d.h.v. een duidelijke figuur

A

*tekening in notities
Eerst zal MS1 hoog komen te staan, gevolgd door MS2
Wanneer MS2 hoog is, zal de muting ingeschakeld worden waardoor de doos zonder probleem door het lichtscherm kan.
Daarna zal MS3 en daarna MS4 hoog worden
Voordat MS4 hoog is, zal MS1 laag zijn want deze kunnen/mogen niet samen hoog zijn
MS2 wordt uitgeschakeld, gevolgd door MS3 wat ervoor zorgt dat de crossmuting ook wordt uitgeschakeld.
Als laatste zal MS4 laag worden en daarna kan het proces herbeginnen

42
Q

Bespreek de werking van sequentieel/parallel muting met 2 aan 2 sensoren op een lijn a.d.h.v. een duidelijke figuur.

A

*tekening in notities
Eerst zal MS1 en MS2 samen hoog komen te staan waardoor de crossmuting wordt ingeschakeld
Daarna komen MS3 en MS4 hoog te staan.
Daarna MS1 en MS2 uitgeschakeld om dan als laatste MS3 en MS4 laag te krijgen waardoor de crossmuting wordt uitgeschakeld.

43
Q

Bespreek de werking van cross muting a.d.h.v. een duidelijke figuur

A

*tekening in notities
De crossmuting wordt ingeschakeld wanneer beide sensoren binnen een bepaalde tijd hoog komen te staan
Indien één van beide sensoren wegvalt, zal de cross muting uitgeschakeld worden

44
Q

Bespreek de werking van exit only muting a.d.h.v. een duidelijke figuur

A

*tekening in notities

Indien MS1 en MS2 hoog komen te staan, zal de crossmuting een 4 tal seconden actief zijn om daarna weer laag te worden.

45
Q

bespreek de werking van blanking of blindering

A

*figuur uit notities
Hier zal men in tegenstelling tot crossmuting, niet alle laserstralen onderbreken bij passage van een voorwerp.
Zo kan men bijvoorbeeld de objecthoogte achterhalen.
Deze kunnen ook gecombineerd worden om te controleren of er sprake is van een geldig signaal

46
Q

Bespreek de werking van een veiligheidsscanner

A

de scanner zal een laser lichtpuls uitsturen die terecht komt op een roterende spiegel die het licht verspreid.
Dit komt dan daarna terug en wordt gedetecteerd door een fotodiode.

De resolutie is geen constante, maar afhankelijk van de afstand.
Hoe verder de afstand, hoe groter het object moet zijn.
Ook is het belangrijk om weten dat hoe kleiner de invalshoek, hoe langer het duurt om de volledige zone te scannen

47
Q

Bespreek de 3 werkingsvelden van een veiligheidsscanner

A

1) measering field: maximum detectiezone
2) warning field: waarschuwingszone (alarm actief)
3) protective field: beschermingszone (stilleggen gevaarlijke beweging)