2017-2018 Flashcards

1
Q

Wat is eerste aftakking van de aorta descendens pars thoracica?

A

a. intercostalis posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5 functies endotheelcellen?

A
  1. Non-trombogene activiteit
  2. Pro-trombotische activiteit
  3. Inactivatie hormonen en andere stoffen
  4. Lipolyse van lipoproteinen
  5. Regulatie van bloeddruk/flow middels productie van vaso-actieve stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe leidt verhoging van cAMP in de cellen van het hart tot een hogere slagfrequentie?

A

Door fosforylering van hyperpolarisatie-geactiveerde Na-kanalen worden deze geopend waardoor de threshold van L-type Ca-kanalen eerder wordt bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van T-type Ca-kanalen in cellen van het hart?

A

T-type Ca-kanalen in cellen van het hart zorgen voor membraandepolarisatie geactiveerd Ca-transport over de plasmamembraan de pacemaker cel in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil in actiepotentiaal tussen hartspiercel en skeletspiercel?

A

Door de fysieke koppeling van de LCC met de RyR in de skeletspiercel stromen na opening van de LCC maar een paar Ca-ionen door het kanaal; er is geen continue Ca-instroom door de LCC om de repolariserende werking van de K-uitstroom te compenseren, waardoor de plateaufase van de hartspiercel ontbreekt in de skeletspiercel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nucleus ambiguus?

A

De nucleus ambiguus bevat parasympathische neuronen en de activiteit van neuronen in de nucleus ambiguus wordt gestimuleerd door de nucleus tractus solitarii.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Potentie? Effectiviteit?

A

Potentie -> EC50-waarde
Effectiviteit -> het maximale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wijst op een stenose van de valva tricuspidalis?

A

Verhoogde druk bij de diastole en de systole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan met een gewone echo worden onderzocht?

A

De hartslagfrequentie, de diameter van de a. carotis, de dikte van de wand van de a. carotis en het verschil tussen de a. carotis en de vena carotis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor zorgt verlaging slagvolume?

A

Lagere pulsdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat geeft een verhoogde bloedingsneiging?

A

Een tekort aan stollingsfactor IX

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor zorgt de verhoging van calcium concentratie in een gladde spiercel?

A

Verhoging calcium concentratie in gladde spiercel zorgt voor toegnomen fosforylering van de myosine lichte keten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat moet je niet combineren met een betablokker?

A

Verapamil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

LR?

A

sensiviteit / specifiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het Goldblatt fenomeen?

A

Afgesloten ostium van a. renalis zorgt voor atrofie waardoor de contralaterale nier compensatoire vergroting vertoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat hoort bij een inferior infarct?

A

Pathologische Q-golven bij II, III en aVF

17
Q

Wat remmen statines?

A

Statines remmen de hydroxymethylglutaryl (HMG)-Co-enzym A reductase activiteit

18
Q

Hoe kan je de bloedstroom uitrekenen?

A

Q = (Pa – Pa’) / Rstenose