2.) Van Germaanse Stamkoninkrijken Naar Een Karolingisch Grootrijk (5de-9de Eeuw)(3.3 De Karolingische Renaissance) Flashcards

1
Q

Hoe hield Karel de Grote controle over zijn groot rijk?

A

Hij trekt rond in zijn rijk. Zo int hij de opbrengst van de koningshoven en heeft hij contact met zijn volk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door welke invloeden werd de Karolingische cultuur geïnspireerd?

A
De romeinse cultuur, islamitische cultuur en de 
Griekse cultuur (= Byzantijnse cultuur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar was de hoofdresidentie v/d vorst gelegen?

A

In Aken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk belangrijk gebouw lag daar? (In Aken)

A

De polts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar werd onderwijs gegeven?

A

In de hofschool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat hielden de hofscholen in?

A
  • De geleerden moesten teksten overschrijven op duur perkament met geheime inkt.
  • Een aantal mannen die over wetenschappelijke onderwerpen tegen elkaar praten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk nieuw lettertype is toen ontstaan?

A

Het Karolingische minuskel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef voorbeelden van - architecturale kunst

- beeldende kunst

A
  1. ) dom van Aken

2. ) miniatuurtjes, kaligrafie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wil Karolingische Renaissance eigenlijk zeggen?

A

Een heropleving van de kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly