2. Theories in developmental psychology

Question 1

2 vragen:
1. Hoe verandering in ontwikkeling beschreven?
2. Hoe verandering in ontwikkeling verklaard?

Answer 1

Theorieen in de ontwikkelingspsychologie is om coherente en plausibele antwoorden te vinden, met toetsbare hypothese of voorspellingen.

Question 1

17de eeuwse filosofen:
wereld ervaren om te kunnen waarnemen en begrijpen (empirist)

Answer 1

John Locke: Tabula Rasa (empirist)

Question 2

Behaviorisme (prominent psychologie 20ste eeuw)
+ kritiek maturationisten

Answer 2

Benadrukt de rol van leren in het gedrag van mensen, gedragsverandering door ervaring -> geleidelijk en doorlopend

Question 3

2 manieren van leren:
1. Klassieke conditionering
2. Operante conditionering

Answer 3

1. Twee stimuli herhalen voor gewenst gedrag bij 1 van de twee stimuli
2. Reactie op specifieke stimuli -> manipuleren van consequentie van gedrag

Question 4

Maturational theory (nativist)
+kritiek op behavioristen
Darwin, Gesell, McGraw

Answer 4

Genen hebben veel invloed waarop kinderen vaardigheden van kinderen ontwikkelen

Question 5

Timetables -> maturationisten
Darwin, Gesell, McGraw

Answer 5

Tijdsperiodes waarin waarin bepaalde vaardigheden zich ontwikkelen, die vast staan in de genen

Question 6

Psychodynamische theory
(Ontwikkeling bepaald door interactie ID, ego & superego)
Voornamelijk bepaald door discrete stadia, biologische aandrijvingen en interactie id, ego & super ego)

Answer 6

Ontwikkeling bestaat uit discrete stadia & wordt voornamelijk aangedreven door biologische aandrijvingen die zich via omgevingscontact vormen.

Question 7

Freud-> ontwikkeling door 5 fases
1. Orale fase
2. Anale fase
3. Fallische fase
4. Latency fase
5. Genitale fase

Answer 7

1. oraal: aangename activiteiten zoals eten
2. Anaal: bevrediging van behoefte zoals wc
3. Fallisch: nieuwsgierig naar anatomie geslacht & seksualiteit
4. Latency: seksuele driften minderen -> geen band met andere geslacht
5. Genitale: seksuele verlangens naar leeftijdsgenootjes

Question 8

Psychosociale theorie (Erikson)
8 levensfase met persoonlijke & sociale taken

Answer 8

Ontwikkeling is een opeenvolging van 8 fase verspreid over je hele leven. Elke fase gekenmerkt door persoonlijke & sociale taken die individu moet volbrengen

Question 9

Ethologische theory
(Gedrag moet gezien en begrepen worden in de context waarin het zich voordoet)

Answer 9

Gedrag moet gezien worden als waarde aan overleving
- Belangrijk Peking met omgeving & behoeften kind in verschillende levensfase
- Ethologen doel om gedetailleerde beschrijvingen & classificaties van gedrag ontwikkelen (door kinderen te observeren)
- Gedrag niet alleen door biologische aanleg, maar ook sociale omgeving

Question 10

Sociale learning theory van cognitieve ontwikkeling (observeren & imiteren; modeling)

Answer 10

Cognitie speelt een belangrijke rol bij leren via observatie & imitatie -> Bandura

Question 11

Bandura 4 cognitieve processen om kind gedrag te leren via observatie

Answer 11

1. Aandacht besteden aan gedrag ander
2. Geobserveerd gedrag vasthouden geheugen
3. In staat gedrag na te doen
4. Gemotiveerd om gedrag na te doen

Question 12

Piagetaanse theory van cognitieve ontwikkeling
(waar kind actief opzoek is naar nieuwe informatie) -> 2 obeservaties bij werk bij Binet

Answer 12

1. Kinderen dezelfde leeftijd neiging om zelfde antwoorden verkeerd
2. Fouten kinderen zelfde leeftijdscategorie veranderen systematisch met oudere/jongeren kinderen
   +kijken hoe op antwoord uitgekomen
   +Constructivistische theorie om intellectuele ontwikkeling te beschrijven

Question 13

Socioculturele theory van cognitieve ontwikkeling
(grootste kritiek op Piaget-> niet genoeg rekening met omgeving kind)

Answer 13

Nadruk op invloed sociale & culturele ervaringen. Sociale interactie gezien als belangrijke aansturing van ontwikkeling

Question 14

Nativistische theory van cognitieve ontwikkeling (nativist)

Answer 14

Groep moderen theorieën over cognitieve ontwikkeling die er van uit gaan dat cognitieve vaardigheden aangeboren zijn, dus niet alleen mentale structuren, maar ook kennis van specifieke aspecten van de wereld