2 Het Maken Van Beelden Flashcards

1
Q

Effect van een bolle lens

A

Convergerende werking (breekt de lichtstralen naar elkaar toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Effect holle lens

A

Divergerende werking (breekt de lichtstralen verder uit elkaar of minder naar elkaar toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Reeël beeld

A

Het kan op een scherm worden getoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar ontstaat een scherp beeld?

A

Op de plek waar de lichtstralen die vanuit een punt komen, elkaar snijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is een afbeelding omgekeerd?

A

Met een positieve (+) lens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is er geen sprake van een reeël beeld?

A

Met een negatieve lens (-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de normaal

A

Hulplijn die altijd loodrecht op een andere lijn staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Optisch middelpunt (O)

A

Ligt in het midden van de lens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoofdas van de lens

A

Staat loodrecht op de lens en gaat door het optisch middelpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Brandpunt (F)

A

De plek waar een evenwijdige bundel die langs de hoofdas invalt na de lens bij elkaar komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

brandpuntsafstand (f)

A

Afstand tussen het brandpunt en de hoofdas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Brandvlak

A

Het vlak loodrecht op de hoofdas door het brandpunt F

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Constructiestralen

A
  1. De lichtstraal door het optisch middelpunt O van de lens.
  2. De lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas gaat na breking door het brandpunt achter de lens.
  3. De lichtstraal door het brandpunt van de lens loopt na breking evenwijdig aan de hoofdas.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beeldconstrucite

A

Je construeert het beeld van een lens mbv constructiestralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly