2 Flashcards
1
Q
zelfstandig
A
autonome
2
Q
bij de hand
A
débrouillard
3
Q
sterk in
A
doué
4
Q
verrijkend
A
enrichissant
5
Q
extravert
A
extraverti(s)
6
Q
taal
A
linguistique
7
Q
rijp
A
mature
8
Q
sociaal(voelend)
A
sociable
9
Q
spontaan
A
spontané
10
Q
gewaardeerd
A
valorisé
11
Q
aangetrokken worden door
A
être attiré par
12
Q
vlot spreken
A
parler couramment
13
Q
afstand nemen
A
prendre du recul