2 Flashcards

1
Q

dividend

A

De uitkering van winst aan de aandeelhouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bv

A

Besloten vennootschap. Onderneming met één of enkele eigenaren als aandeelhouder. De aandelen zijn niet voor iedereen te koop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

arbeidsverdeling

A

Verdeling van taken waarbij iedere medewerker het werk doet waar hij goed in is. (Je hebt elk je eigen specialisatie.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

primaire sector

A

Bedrijven die hun producten direct aan/uit de natuur onttrekken/halen ( landbouw, visserij en winning van delfstoffen.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

secundaire sector

A

De industrie en de bouw: grondstoffen worden bewerkt tot producten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tertiaire sector

A

Commerciële dienstverlening, zoals winkels, banken en transportbedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vraag naar arbeid

A

Het personeel dat in dienst is van bedrijven en de overheid plus het personeel dat bedrijven en de overheid nog nodig hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

werkgelegenheid

A

Alle arbeidsplaatsen/banen bij bedrijven en overheid.( samen de vraag naar arbeid.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

beroepsbevolking

A

alle mensen die werken of werk zoeken (groetjes Joy)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

werkloosheid

A

Het aanbod van arbeid is groter dan de vraag ernaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zwart werk

A

Werk dat niet bekend is bij de overheid, er worden geen belasting en sociale premies over betaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geregistreerde werkloosheid

A

De werklozen die bij het UWV staan ingeschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verborgen werkloosheid

A

Werklozen die niet zijn ingeschreven bij het UWV .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

conjuncturele werkloosheid

A

Werkloosheid die het gevolg is van een daling van de vraag naar goederen en diensten door vermindering van de koopkracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

structurele werkloosheid

A

Werkloosheid als gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kom op schat dit kun je heb er vetrouwen in

A

hou van jou!!!<3